Augustus (23 sept. 63 v.C.-14 n.C.; keizer 27 v.C.-14
n.C.)
In 30 v.C. had Octavianus (voor zijn carrière daarvóór
zie Gaius Octavi(an)us) al zijn
rivalen verslagen, de burgeroorlog beëindigd en een groot draagvlak
voor zijn positie van alleenheerser gecreëerd. Deze machtspositie
had weinig meer te maken met de republikeinse staatsinstellingen die formeel
nog steeds van kracht waren. Octavianus wilde echter naar eigen zeggen
de goede oude tijd van de republiek
herstellen. Hij stichtte Rome als het ware
opnieuw, en wel in drie opzichten:
-
Hij herstelde (schijnbaar) de politieke structuur van de oude republiek.
Octavianus deed alles om de schijn van koningschap,
waarvoor Caesar nog vermoord was, tegen te gaan. Hij legde de basis voor
het keizerschap (principaat) door zichzelf
geen koning maar princeps ('eerste onder gelijken') te noemen. Zijn
onbeperkte macht verpakte hij in een slimme combinatie van republikeinse
magistraturen. Zo was hij tegelijkertijd consul
(tot 23), vanaf 13 v.C. opperpriester (Pontifex
Maximus), had hij de bevoegdheden van een volkstribuun (o.a. veto-recht)
en had hij de hoogste macht over alle provincies en over het leger (imperium
maius proconsulare), uitgedrukt in de titel imperator, die hij
van Caesar geërfd had. Deze bevoegdheden moesten om de zoveel jaar
formeel verlengd worden. Octavianus probeerde in eendracht
met de senaat samen te werken en hem een rol
in het landsbestuur te laten behouden. Anderzijds kreeg hij van de senaat
een aantal eretitels die juist zijn verhevenheid boven zijn onderdanen
onderstrepen: in 27 v.C. Augustus ('De
verhevene'; vanaf dat moment wordt Octavianus meestal met die naam aangeduid)
en in 2 n.C. Pater Patriae ('Vader
des Vaderlands').
-
Door het beëindigen van de chaos van de burgeroorlogen - hoe lelijk
zijn eigen rol daarin vaak ook geweest was - zorgde Octavianus/Augustus
weer voor vrede, welvaart
en geluk in het Rijk (of zelfs de hele aarde
of kosmos). Er kon weer normaal landbouw
bedreven worden, zonder onderbreking door oorlog en verwoesting. Door goed
bestuur op het gebied van veteranenhuisvesting, belastingen, reorganisatie
van overheidsorganen in Rome en in de provincies etc. probeerde hij dit
nog te bevorderen.
-
Augustus wilde terug naar de waarden en principes van de goede
oude tijd van de republiek. In plaats
van het wangedrag dat tijdens de burgeroorlogen
de boventoon voerde, moest men zich richten op traditionele deugden
als eenvoud, trouw, vroomheid en plichtsbesef
(pietas) en onvoorwaardelijke vaderlandsliefde.
Augustus probeerde zelf het goede voorbeeld te geven door betrekkelijk
eenvoudig te leven. Berucht was zijn strenge wetgeving om huwelijk
en gezinsvorming te bevorderen (Helaas hield
zijn dochter Julia zich daar niet aan). Augustus deed alles om de traditionele
Romeinse religie te laten herleven: hij herstelde oude priestercolleges
in ere, organiseerde weer religieuze feesten en restaureerde en bouwde
talloze tempels en altaren.
Augustus afficheerde
zich graag als vredebrenger maar ook als beschermer
van zijn volk, en bij de invulling van dat laatste schuwde hij de wapens
niet. De expansie van Rome ging, zeker in de beginjaren van zijn keizerschap,
sneller dan ooit tevoren. In Spanje en Afrika werd het rijk uitgebreid
tot zijn natuurlijke grenzen door de inlijving van resp. Lusitanië
en Numidië. In het Midden-Oosten werd een grensverdrag gesloten met
de buren, de Parthen, waarbij in 20 v.C. door diplomatiek overleg de veldtekens
terugverkregen werden die Crassus in 53 verloren had. In Centraal- en Noord-Europa
werden grote gebieden veroverd. Een poging
om Germanië te veroveren mislukte in 9 v.C. De gigantische nederlaag
die daar door de Romeinen geleden werd, maakte Augustus in het vervolg
voorzichtiger. Augustus vormde het Romeinse leger om tot een permanente
strijdmacht van 270.000 man, vooral gestationeerd aan de grenzen van het
Rijk. Al zijn oorlogen liet Augustus door (veel bekwamere) generaals als
Marcus Agrippa en zijn stiefzonen Tiberius en Drusus
uitvechten. Hijzelf kreeg als imperator formeel alle eer voor de
getoonde virtus.
Augustus liet
de grootheid van Rome in het algemeen en van zijn eigen prestaties in het
bijzonder verkondigen in kunst en literatuur.
Bekende schrijvers al Horatius, Vergilius en Livius werkten voor hem. Augustus
en zijn naaste medewerkers (vooral Agrippa) deden verder alles om
Rome te verfraaien, vooral door het neerzetten van prachtige openbare gebouwen
en talloze tempels. 'Ik trof Rome aan in baksteen
en liet het na in marmer', zo zou Augustus zelf verklaard hebben.
Dat Augustus zoveel succes had, was voor hem geen verrassing: als zoon
van de vergoddelijkte Caesar (divi filius)
kon hij bogen op goddelijke afstamming
(zie stamboom). Zijn grote daden waren
voorbestemd. In het oosten van het Rijk werd
Augustus al snel als god vereerd, vaak in
combinatie met de godin/personificatie Roma.
In het westen, en met name in Rome, was die verering bedekter.
Minder succes had Augustus bij het regelen van zijn opvolging. Uit
zijn (tweede) huwelijk met Livia had hij geen kinderen. Hij had
slechts een dochter Julia uit een vorig huwelijk. Beoogde opvolgers
kregen alvast enkele bevoegdheden, (zoals die van volkstribuun), die bij
het keizerschap hoorden en ze werden in de gelegenheid gesteld om met Julia
te trouwen (zie stamboom). Zo werd Julia de
vrouw van achtereenvolgens Marcellus (neef van Augustus), Agrippa
(zijn grote generaal en adviseur), Gaius en Lucius Caesar (zonen
van Agrippa bij Julia; als kinderen de lievelingetjes
van opa Augustus; hij benoemde ze tot principes iuventutis, 'eersten
van de jeugd'), en Tiberius (Augustus' stiefzoon). Maar Marcellus
stierf jong in 23 v.C., Agrippa ouder in 12 v.C., Gaius en Lucius eveneens
jong in 2 en 4 n.C. en Julia werd in 2 v.C. verbannen wegens zedenloos
gedrag. En zo bleef Tiberius over als opvolger, enigszins tegen de zin
van Augustus zelf, al liet hij daarvan naar buiten toe niets merken: de
belangen van de dynastie gingen voor; Tiberius
verdiensten, met name zijn bewezen virtus
als generaal, werden onderstreept.
In 14 n.C. overleed Augustus op hoge leeftijd en werd bijgezet in het
mausoleum, dat al met diverse familieleden
gevuld was. Hij werd door de senaat vergoddelijkt
verklaard. Livia, die achter de schermen een grote rol had gespeeld
in de regering en dat voorlopig zou blijven doen, werd officieel uitgeroepen
tot Augusta. Een zelfgeschreven overzicht van zijn daden (Res
Gestae divi Augusti) werd als inscriptie voor zijn mausoleum en op
ander plaatsen in het rijk aangebracht.
Wat betreft Augustus' uiterlijk verschillen de beschrijvingen die overgeleverd
zijn in sommige opzichten met afbeeldingen van hem. In zijn officiële
portretten lijkt hij het stijlideaal belangrijker
gevonden te hebben dan de werkelijkheid.
stamboom van
het Julische huis
andere biografieën
- monumenten onder Augustus