Klassieke periode 1: geschiedenis

Op deze pagina krijg je historische informatie over de Grieken in de Klassieke periode, de periode die vaak als de belangrijkste in de Griekse cultuurgeschiedenis wordt beschouwd. De Klassieke periode wordt vaak verder ingedeeld in Vroegklassiek, Hoogklassiek en Laatklassiek, maar deze pagina gaat over de Klassieke tijd in het algemeen.
Door hun overwinning in de Perzische Oorlogen kregen de Grieken een geweldige boost in hun zelfvertrouwen, vooral de Atheners, die met name in de laatste fase van de oorlog veel hadden opgeofferd door de stad te evacueren en een grote oorlogsvloot te bemannen. De slag bij Salamis werd een geweldige overwinning voor de Grieken. Het succes tegen de Perzen werd een belangrijk motief in de kunst, vaak verpakt als een mythologisch verhaal: de oorlog om Troje of het gevecht tussen de Lapithen en de Centauren (zie plaatje linksboven) symboliseerden de overwinning van de ‘beschaafde’ Grieken op de ‘barbaarse’ Perzen.

Met de overwinning op de Perzen in de zeeslag bij Salamis vestigde Athene haar naam als maritieme macht. De Atheners wilden het verbond van Griekse poleis dat zich tegen de Perzen te weer had gesteld graag voortzetten om er voor te zorgen dat de Perzen niet nog eens een aanval zouden wagen. De meeste poleis werden lid van de Delisch-Attische Zeebond, een samenwerkingsverband met Athene (Attika) als leider en met de verbondskas op het eilandje Delos. Een paar poleis deden niet mee, waarvan de belangrijkste die andere geweldenaar van de Perzische Oorlogen was: Sparta. De Spartanen volgden Athene met Argusogen, en niet ten onrechte: het leek erop dat Athene niet de leiding had genomen in een samenwerkingsverband tegen de Perzen maar over eigen imperium rond de Egeïsche Zee. De bondgenoten betaalden belasting (die Athene overigens gerust besteedde aan eigen nut en vermaak), Athene maakte met zijn vloot de dienst uit. Wie uit de bond wilde stappen kon op represailles van Athene rekenen. Een polis die deel uitmaakte van de bond, moest ook een democratische bestuur hebben, net als Athene zelf. Sparta zorgde ervoor dat zijn bondgenoten de oligarchische staatsvorm hadden die de Spartanen van huis uit kenden. Zo was de scheiding van Griekenland in bondgenootschappen ook een scheiding in staatsvormen.

Na vijftig jaar oplopende spanningen volgde in 431 v.C. de Peloponnesische Oorlog tussen Sparta en Athene en hun bondgenoten. Gedurende een kleine dertig jaar vielen de partijen elkaar regelmatig aan of zetten elkaar politiek klem. Sparta bezette ieder oorlogsseizoen Attika, zodat de Atheners opgesloten zaten in hun stad en er pest uitbrak. Athene probeerde vooral op zee successen te boeken. De verliezen die de Atheners uiteindelijk fataal werden, boekten zij vooral ver van huis, bijvoorbeeld op het eiland Sicilië.

Na de nederlaag in 404 moest Athene haar Zeebond en haar democratie ontbinden. Sparta ging een tijdje de baas spelen in Griekenland, met steun van – verrassend genoeg – het Perzische Rijk. Gedurende de vierde eeuw voor Christus bleven de Griekse poleis Sparta, Athene en Thebe kibbelen om de macht in Griekenland, totdat de half-Griekse staat Macedonië, ten Noorden van de Egeïsche Zee, uiteindelijk de macht overnam. De Macedonische koning Philippus II had een sterk leger ontwikkeld met nieuwe gevechtstactieken. Toen de Griekse poleis hem niet als hun leider accepteerden, maakte hij in 338 v.C. de nieuwe verhoudingen duidelijk in een militaire campagne. En hij had plannen voor meer: een strafexpeditie van de verzamelde Grieken tegen het Perzische Rijk dat hen 150 jaar eerder had durven aanvallen.