Let op de verzamel-lemmata in deze
lijst: dieren, exempla, houdingen
en gebaren, kleding, kransen/kronen,
monsters/fabeldieren, muzen,
muziekinstrumenten, offer(benodigdheden),
personificaties, planten,
staf/stok en vogels.
aegis
Afschrikwekkend wapen bestaande uit een geitenvel waarop het hoofd van
het monster Gorgo bevestigd is. Gedragen door de
god Jupiter (was grootgebracht door een geit) of
de godin Minerva over schouders en borst.
Aeneas
De Trojaanse prins Aeneas nam na de val van Troje zijn verantwoordelijkheid
(pietas)
tegen over zijn familie en de stadsgoden: hij nam zijn vader Anchises en
de stadsgoden (Penaten, of Palladium; zie Minerva)
op zijn rug en zijn zoontje Ascanius/Julus aan de hand en bracht ze in
veiligheid. Na veel omzwervingen en ontberingen kwam hij aan in het land
dat door de goden voorbestemd
was: Italië. Als dank offerde hij daar een wit
zwijn aan de goden. Hij voerde dapper oorlog tegen weerstrevende inboorlingen
(virtus)
en bereidde zo de weg voor de stichting
van Rome (Julus stichtte de stad Alba Longa, waar zijn nakomelinge Rhea
Silvia moeder werd van Romulus en Remus;
zie stamboom).
Aesculapius (Gr.:
Asklepios)
God van de geneeskunde. Man met baard en stok met slang (‘aesculaap’).
agrarische
scène
Een afbeelding van (bijvoorbeeld) een boer die hard werkt op het platteland
verwijst naar de eenvoud
die de oude Romeinen met de paplepel was ingegoten, naar de welvaart
die de landbouw
de Romeinen altijd gebracht had of naar het geluk
dat de eenvoudige
boer deelachtig kan worden. Houd rekening met het Zilveren Tijdperk (opvolger
van het Gouden) als mogelijke dubbele bodem. Let op
de mogelijke andere betekenis van een ploegscène
en van runderen in een offerhandeling.
Amor/Cupido (Gr.: Eros)
Liefdesgod,
zoontje van Venus (en zo familie van Julius Caesar en Octavianus/Augustus
en symbool van hun goddelijke
afstamming).
Jongen, meestal met vleugels en pijl en boog (om mensen verliefd te schieten).
Er is maar één echte Amor; als je er meerdere bij elkaar
ziet, dan zijn dat kloontjes van hem, eroten of putti
genaamd.
anker
zie scheepsonderdelen
(Phoebus) Apollo
mooie jongeling met lauwerkrans, god van de zon
(met stralenkrans), de kunst
van het dichten en muziekmaken (attribuut: lier),
de voorspellingskunst
(drievoet), en de geneeskunde. Aan hem gewijde
dieren en monsters: griffioen, sfinx,
zwaan en slang (Apollo doodde
ooit de Python). Samen met zijn zuster Diana nam hij wraak
op hoogmoedige mensen gebruikmakend van hun pijl en boog. Zo hadden zij
ooit alle kinderen van Niobe vermoord, nadat zij erover opgeschept had
dat ze meer kinderen had dan Leto, de moeder van Apollo en Diana. Bij de
zeeslag
van Actium zou Apollo Octavianus aan de overwinning geholpen hebben en
zo ook toen de hoogmoedigen hebben laten boeten. Sindsdien zeer populair.
Aurora (Gr.: Eoos)
Godin/personificatie van de ochtend
of de dageraad. Afgebeeld met vleugels een schenkkan
waaruit ze dauwdruppels over de aarde sprenkelt.
baard
zie haardracht
Bacchus/Liber (Gr.:
Dionysos)
God van wijn, vruchtbaarheid,
uitgelatenheid en losbandigheid.
Vaak te zien met tyrsusstaf, druiven, wijnranken,
klimop en een wijnbeker, vergezeld van maenaden,
en saters (zie monsters) die uit hun dak gaan.
Zijn dieren zijn bokken en panters, tijgers en luipaarden,
en soms zelfs olifanten, die zijn wagen kunnen trekken. Bacchus kan met
zijn feestende gevolg symbool zijn van een prettig leven
na de dood.
barbaren
Van oorsprong Griekse aanduiding voor alle buitenlanders.
begrafenisrituelen
kunnen gebruikt worden als symbool voor de dood:
-
Een aanzienlijke Romein werd na zijn dood gebalsemd en enkele dagen in
zijn huis op een lijkbaar (bed) tentoongesteld, gekleed in zijn
magistratentoga.
-
In een stoet werd de lijkbaar naar het graf of de brandstapel gedragen,
begeleid door trompettisten en tuba-spelers
(schrikt kwade geesten af), (professionele) klaagvrouwen en de familie.
Ook waren de voorouders van de overledene erbij in de vorm van maskers
die meegedragen werden.
-
Na de lijkrede werd de dode, afhankelijk van de mode, begraven of gecremeerd
op een brandstapel.
-
De sarcofaag of asurn/-kist (die sterk op een sarcofaag kon lijken)
werd bijgezet in een graf(huis). Voor de decoratie van sarcofagen,
urnen en graven zie grafkunst.
-
De begrafenis ging vanzelfsprekend gepaard met offers,
die daarna jaarlijks herhaald werden.
-
In de vroege tijd gingen belangrijke uitvaarten gepaard met gladiatorenspelen;
in de keizertijd soms met militaire parades.
beker
Daaruit drinken Bacchus en zijn gevolg hun wijn.
Soms in de vorm van een hoorn.
bestuurlijke
taferelen
In de Romeinse kunst komen wel afbeeldingen voor van keizers of ambtenaren
die bestuurlijke werkzaamheden verrichten als het indelen van burgers in
vermogensklassen (census), het kwijtschelden van schulden of het
uitdelen van geld aan de armen (alimenta, donatio). Vaak wordt op
zulke afbeeldingen gewerkt met papieren of, in het geval van het laatste
voorbeeld, geldstukken. Vaak verwijst de afbeelding naar een concrete gebeurtenis,
maar ze kan ook algemeen bedoeld zijn als symbool van goed
bestuur of vrijgevigheid.
bliksemschicht
Heeft in de klassieke kunst meer het voorkomen van een steekvlam. Belangrijk
als mogelijk voorteken in de voorspellingskunst
(zie ook veldteken) en als attribuut van de god
Jupiter.
boek(rol)
Attribuut van de Muze Clio.
boer
zie agrarische scène
bol
zie globe
brandstapel
De brandstapel (ustrinum of rogus) speelt een rol bij begrafenisrituelen.
Vanaf de brandstapel steeg een vergoddelijkte
keizer op na de verbranding van zijn lijk.
buitenlanders
representeren vaak als een soort personificatie hun land of hun volk
(of een verre provincie
van het Romeinse Rijk) en zijn te herkennen aan hun, in de ogen van de
Romeinen, ‘exotische’ klederdracht of wapentuig.
Vooral de broek was een kledingstuk dat de Romeinen niet kenden, maar door
de Parthen (Perzen) in het oosten en door Galliërs, Britten en Germanen
in het westen veel gedragen werd. Ook een baard en lang haar hebben iets
‘barbaars’. Een zwaard(schede) kan iets zeggen over
het gevaar dat van buitenlanders uitgaat. Buitenlanders figureren meestal
in de Romeinse kunst om de superioriteit
van de Romeinen uit te laten komen op het gebied van virtus
en zachtzinnigheid:
gekneveld, knielend voor de keizer, smekend om genade onder de hoeven van
zijn paard of meelopend als krijgsgevangene in een triomftocht.
Hoe vervaarlijker ze er dan uitzagen, hoe beter het voor de Romeinen uitkwam.
caduceus
staf omkringeld door twee slangen en vaak met vleugels
aan de top. Attribuut van boodschappers en herauten als Mercurius
(daarmee gelijk symbool van handel
en welvaart),
die zo vrije doorgang kregen (vandaar teken van vrede).
Attribuut van diverse personificaties.
Caelus
Een hemelgod,
afgebeeld als een oude man met baard, die met gespreide armen het hemelgewelf
als een boogvormige deken achter zich aantrekt. Bij slecht weer druipt
hij van de regen.
capite velato
Hoofd bedekt door de flap van de toga; zie kleding.
Castor en Pollux
De ‘Dioscuren’, onsterfelijk geworden tweelingbroers, die als sterrenbeeld
zeelieden de weg wezen en hen beschermden
bij noodweer. Sinds ze de Romeinen een handje hielpen in een oorlog aan
het begin van de vijfde eeuw v.C. worden ze hoog in ere gehouden in Rome.
Ceres (Gr.: Demeter)
godin van de landbouw,
het graan ( graanvoorziening)
en de vruchtbaarheid.
Heeft meestal korenaren bij zich, soms een sikkel
of een hoorn des overvloeds. Met een
fakkel zoekt zij haar dochter Proserpina.
Cybele/Magna Mater
(‘de Grote Moeder’), moeder aarde
met haar vruchtbaarheid
(attribuut: graan), beschermster van steden
(muurkroon). Haar cultus(beeld) werd in in 204 v.C.
vanuit Klein-Azië op een schip naar Rome gehaald
toen Rome er slecht voorstond. Kreeg een tempel op de Palatijn. Vaak tronend
afgebeeld omringd door leeuwen.
deur
Enkele symbolische mogelijkheden:
Diana (Gr.: Artemis)
Godin van de jacht (pijl en boog, hert/hinde, hond),
de kuisheid en (vreemd genoeg) de geboorte en het moederschap. Als maangodin
heeft ze vaak een (half) maantje op haar voorhoofd, of een fakkel
(Diana lucifera) of schaal bij zich. Samen
met haar broer Apollo (zie aldaar) strafte ze de
hoogmoed. In de Griekse stad Ephese werd Artemis in een aparte vorm vereerd,
namelijk voorzien van tientallen borsten.
dieren
Voor vogels en monsters (fabeldieren)
zie het aparte lemma. Algemeen: dieren met hun jongen duiden wel eens op
vruchtbaarheid
en welvaart.
Exotische dieren als kamelen en krokodillen kunnen herkenningstekens zijn
van personificaties van exotische provincies
of volkeren
als Egypte.
De meeste van de twaalf werken van de held Hercules
betroffen gevechten met gevaarlijke dieren. Zie voor de tekens van
de dierenriem: sterrenbeelden.
-
bok: dier van Bacchus; onderdeel van herderstafereel
-
geit: Jupiter; herderstafereel
-
hert/hinde: dier van Diana (jachtbuit?)
-
hond: als jachthond dier van Diana
-
leeuw: dier van Cybele, symbool van bescherming
(bijvoorbeeld als bewaker van graven). Hercules
droeg een leeuwenvel als pantser.
-
olifant: dier van Bacchus; vervangt soms
paarden voor triomfwagens.
-
paard: kan optreden als begeleider van de ziel naar het leven na
de dood; (vier) paarden voor een wagen, zie wagen;
als rijdier voor militairen, zie oorlogscènes.
-
panter/tijger/luipaard: dieren van Bacchus
-
ram, ramshoorn: Jupiter.
-
schorpioen: een van de sterrenbeelden.
-
slang: als beschermend
wezen en teken van vruchtbaarheid
vereerd in het Lararium van een huishouden. Heeft
kruipend steeds contact met de aarde.
Krijgt steeds een nieuwe huid: leven na de dood. Slang die zichzelf in
zijn staart bijt is symbool van eeuwigheid.
Het monster Gorgo is afschrikwekkend door haar
slangenhaar. Hercules doodde als baby al twee slangen;
Apollo doodde de Python. Minerva
voedde een slangachtig wezen op. Maenaden houden
slangen vast. Slangen omkringelen de staf van Mercurius
en Aesculapius
-
stier: dier van Mars; ritueel gedood door Mithras.
-
vee (runderen, schapen, zwijnen): belangrijk in de landbouw,
vandaar symbolen van welvaart
en vruchtbaarheid
(zie ook herderstaferelen en agrarische
scènes). Als waarderevolle dieren gebruikt als offer
(dan vaak versierd met heilige banden)
-
vissen, zoals dolfijnen, symboliseren net als zeemonsters
de zee
of haar goden, Neptunus en Oceanus.
Ook de godin Venus (en haar afstammelingen)
kan ermee bedoeld zijn; zij werd immers geboren ‘uit het schuim van de
zee’. In grafkunst kan een dolfijn optreden als begeleider van de ziel
naar het leven na de dood.
-
wolf: dier van Mars; wolvin: Romulus
en Remus
doek
-
offerbenodigdheid mantele
-
mappa, waarmee de voorzitter van de wagenrennen
in het circus het startschot voor de race geeft door hem uit zijn hand
te laten vallen.
dolk/mes
typisch moordwapen, met name gebruikt bij de moord op Julius Caesar in
44 v.C.; vandaar symbool voor (die) moord.
drievoet
Een drievoet (schaal op drie poten) is eigenlijk een alternatief altaar
(zie offer). In Griekenland werden drievoeten aan
winnaars van muzische wedstrijden uitgeloofd; de drievoet was de zitplaats
van de zieneres in het orakel van Apollo in Delfi.
Om deze twee redenen was de drievoet speciaal gewijd aan Apollo.
druiven
Speciaal de vruchten van Bacchus. Zie verder vruchten.
Egyptische
zaken
zoals krokodillen, sfinxen, dier-goden (zie monsters),
eunuchen, piramiden, obelisken
en Nijllandschappen vertegenwoordigen de ‘idee’ Egypte,
zowel in positieve als in negatieve zin.
eroten/putti
Een eroot of een putto is een klein mollig ventje, meestal met vleugeltjes
en lijkend op Amor. Net als hij zijn putti godjes van
de liefde,
maar daarnaast symbolen van nog veel meer. Vaak is hun betekenis zelfs
volledig afhankelijk van wat ze bij zich hebben of wat ze aan het doen
zijn. Zo kunnen droevige putti symbolen van de dood
zijn, en spelend symbolen van een prettig leven
na de dood. Putti met wapens symboliseren de overwinning
van de liefde op de oorlog (en daarmee vrede).
Verder kunnen het boodschappers, beschermers en begeleiders van zielen
naar het leven
na de dood zijn of, als ze met z'n vieren zijn, symbool van
de vier seizoenen.
eunuchen
Deze gecastreerde mannen komen we vooral in de literatuur tegen, en wel
op een misprijzende manier: vreemd genoeg werden ze geassocieerd met losbandigheid.
Ze waren namelijk de (uiterst betrouwbare) bewakers van harems in het Midden
Oosten (vooral, zo beweerden boze tongen, in het Egypte
van Cleopatra).
exempla
Een persoon of verhaal uit de (legendarische) geschiedenis kan symbool
zijn voor een bepaalde deugd
of ondeugd die duidelijk in het verhaal naar voren komt. Het verhaal of
de persoon in kwestie kan in de literatuur beschreven en in de kunst afgebeeld
worden (bijvoorbeeld in een standbeeld.). Enkele
sprekende voorbeelden
-
Aeneas is een toonbeeld van pietas en virtus. Voor
meer informatie zie Aeneas.
-
Alexander de Grote: hét grote voorbeeld van virtus
voor Romeinse generaals. Alexander had immers in korte tijd een gigantisch
gebied veroverd. De typische Alexander-look (jong, blond, met het hoofd
iets opzij en opspringend haar) werd soms door bewonderaars geïmiteerd.
-
Brutus, de eerste consul van de Romeinse republiek, gaf een schoolvoorbeeld
van vaderlandsliefde
en rechtvaardigheid
door zijn bloedeigen zonen, die tegen de jonge republiek hadden samengezworen,
ter dood te veroordelen.
-
Cincinnatus was een Romeinse boer die zijn land aan het omploegen
was toen hij door Rome opgeroepen werd om als dictator van de strijdmacht
de stad uit een benarde positie te redden. Toen hij dit gedaan had (virtus)
keerde hij zonder mokken terug naar zijn land en zijn ploeg ( eenvoud).
-
Cornelia was moeder van twaalf kinderen. Ze werd vroeg weduwe, maar
dat weerhield haar er niet van haar kroost op een sobere en degelijke manier
op te voeden (Twee van haar zoons, Tiberius en Gaius Gracchus, zouden het
nog ver brengen). Tegenover rijkdom stond ze onverschillig: ‘Mijn kinderen
zijn mijn grootste schat’. Een toonbeeld van eenvoud
en gezinsmoraal.
-
Horatius Cocles hield in z’n eentje een heel leger Etrusken tegen,
terwijl zijn Romeinse stadgenoten achter zijn rug een brug afbraken waarlangs
de Etrusken dreigden Rome binnen te vallen. Exemplum van virtus
dus.
-
Lucretia verenigde alle deugden
die een Romeinse vrouw moest hebben in zich: ingetogenheid, vlijt, voorkomendheid.
Dit maakte haar onweerstaanbaar voor de zoon van de wrede koning Tarquinius
Superbus. Hij verkrachtte haar. Na deze schending van de band met haar
man besloot ze dat ze niet meer verder kon en pleegde zelfmoord. Toonbeeld
van een (bijna on-)gezonde gezinsmoraal.
-
Mucius Scaevola (‘Mucius de Linkshandige’) heette zo omdat hij zijn
rechterhand verloren had door hem voor het oog van de vijand in het vuur
te steken als teken van zijn pietas
dus. Bovendien heerste er tijdens zijn koningschap bij uitzondering vrede.
-
Tarpeia, dochter van een Romeins commandant, schond het gebod van
vaderlandsliefde
door zich om te laten omkopen door de vijanden om hen de stad binnen te
laten. Deze vijanden gaven haar onmiddellijk het loon dat een op luxe
belust persoon als Tarpeia verdient en vermoordden haar.
fabeldieren
zie monsters
fakkel
De fakkel is een multifunctioneel symbool. Het kan symbool en attribuut
zijn van de maan
(Diana, Hekate), de (brandende)
liefde,
het huwelijk
(fakkels brandden bij de huwelijksceremonie) en van de godin Ceres.
Een omgekeerde of uitgedoofde fakkel is een teken van de dood,
een brandende van het leven
na de dood .
fasces
Bundel bijeengebonden staven, al dan niet met bijl erin. Gedragen door
de lictoren, de lijfwacht van hoge magistraten en keizers. Vandaar: symbool
voor magistratuur,
van de macht van magistraten of keizers
en van de zeggenschap over leven en dood
(dat hadden de hoogste magistraten formeel). Zonder bijl: vrede
of overwinning.
fruit
zie vruchten
gebaar
zie houding
gebouw
De zeggingskracht van een gebouw (of een afbeelding ervan) hangt helemaal
af van het formaat, de kostbaarheid en de functie. Een redelijk eenvoudig
huis - en dan bedoelen we niet een flatje in een woonkazerne, maar een
bungalow-achtige domus zoals bijvoorbeeld Augustus die bewoonde
- laat de bewoner kennen als iemand gesteld op eenvoud.
Het andere uiterste: een gigantisch paleizenpark/lustoord als de Domus
Aurea van Nero is een toonbeeld van luxe,
en dus voor een echte Romein in principe afkeurenswaardig (al wende men
in de loop van de keizertijd aan het idee). Gebouwen waarin het volk zich
kan vermaken, zoals circus, amfitheater of badhuis, laten de bouwer zien
als een dynastie)
te verstevigen. Augustus had hier een handje van: ‘curia Iulia’, ‘basilica
Iulia’, ‘theater van Marcellus’ etc. Ook een mausoleum
kan deze rol vervullen. Een tempel of een afbeelding
daarvan symboliseert de pietas
die de bouw ervan motiveerde.
genius
‘Beschermengel’, een soort mannelijke personificatie. Het bekendst zijn:
(De genius senatus en de genius populi Romani komen vaak
vlak naast elkaar voor en illustreren zo de kreet SPQR: Senatus PopulusQue
Romanus)
gladiatorenspelen
Een tafereel waarin gladiatoren vechten met elkaar of met dieren duidt
op de vrijgevigheid
die nodig is om dit soort evenementen te organiseren; of op de dood,
niet omdat er bij de spelen zoveel doden vielen, maar omdat ze ontstaan
waren als onderdeel van begrafenisrituelen.
globe
Een globe (sphaera) was bij de Romeinen nog geen modelvoorstelling
van de aarde, maar een symbool van absolute macht
en universaliteit. Attribuut van verschillende personificaties
en van de Muze Urania.
goden
Goden worden van oorsprong aanbeden omdat ze invloed op het leven van de
mens kunnen uitoefenen. Een god kan echter ook tot symbool worden voor
het gebied waarop hij werkzaam is. De vroege Romeinen geloofden in de onzichtbare
goddelijke krachten (numina) achter alle dingen, maar die waren
niet erg fotogeniek. Onder invloed van de Grieken gingen zij na verloop
van tijd hun goden in menselijke vorm voorstellen en namen zij de Olympische
goden over, die zij gelijkschakelden met hun oud-Romeinse tegenhangers.
Daar kwamen uiteindelijk nog bij de vergoddelijkte
keizers, talloze personificaties, die soms
nauwelijks van goden te onderscheiden zijn, en de vele goden die overgewaaid
kwamen uit het oosten (zie godsdienst).
Het vereren van goden door middel van gebeden, offers, beelden of tempel
is een uiting van pietas.
De Olympische goden in deze lijst zijn: Apollo,
Ceres (en Proserpina), Diana,
Jupiter, Juno, Hercules,
Mars, Mercurius, Minerva,
Neptunus, Pluto, Venus
(en Amor/Cupido), Vesta en Vulcanus.
Oud-Romeins: Janus en Saturnus.
Import-goden: Aesculapius, Bacchus,
Cybele, Isis, Mithras
en Sol. Enkele natuurgoden: Caelus,
Oceanus, Terra, riviergoden,
windgoden, seizoensgoden.
De huisgoden: Laren en Penaten.
Buiten categorie: Gratiën, Castor
en Pollux, Hekate.
goud
Als materiaal of als bijvoeglijk naamwoord, verwijst goud soms naar het
Gouden Tijdperk (saeculum aureum/aurea aetas), de tijd van
vrede,
welvaart
en geluk,
toen de god Saturnus heerste. Herderstaferelen
kunnen naar dit tijdperk verwijzen. Volgens de mythe kwam hierna het Zilveren
Tijdperk, waarin men ook heel gelukkig was, maar wel het land moest bewerken
(agrarische scène). In de loop van
de geschiedenis verzandde men vervolgens in Bronzen en IJzeren Tijdperk
van oorlog en verderf. Hierna hoopte men weer op een nieuw Gouden Tijdperk.
grafkunst
Graven waren altijd buiten de stad gelegen, meestal aan een uitvalsweg.
Graven waren er in alle vormen en maten, zoals een ronde heuvel (tumulus),
een huisje of een altaar (zie offer). Een groot familiegraf
noemen we een mausoleum. De afbeeldingen op graven,
sarcofagen en askisten hebben te maken met het leven van de overledene
(zijn/haar portret in een medaillon of als beeld bovenop de kist, een (symbolisch)
overzicht van zijn belangrijkste verrichtingen) of het leven
na de dood waarop hij hoopt (voor symboliek zie aldaar). Verder
komen symbolen van pietas,
(zoals offerbenodigdheden), en grafbewakers als leeuwen
veel voor.
Gratiën (Gr.: Chariten)
Godinnen van schoonheid
en vrolijkheid. Drie schaars geklede schoonheden. Verwant aan Venus.
haardracht
De haardracht van een keizer zegt vaak iets over hoe hij zichzelf zag.
Zo is vooral in de tweede eeuw de ‘filosofenbaard’ in de mode geweest,
die de wijsheid
van de drager moest onderstrepen. Zeer kort haar zonder baard zien we vaak
bij de zogenaamde soldatenkeizers in de derde eeuw. De korte lokken van
Augustus vielen op officiële portretten altijd op dezelfde, schaarachtige,
manier op zijn voorhoofd. Zijn familie en aanhangers volgden deze door
hem ingezette trend. Hooggeplaatste vrouwen zijn vaak te zien met ingewikkelde,
hoog opgestoken kapsels. Buitenlanders hebben
in Romeinse kunst bijna consequent lang haar en een baard. Een volle baard
zien we verder bij de genius senatus en bij
goden van middelbare leeftijd als Jupiter, Neptunus
en Aesculapius. Alexander de Grote (voor veel Romeinse generaals een exemplum)
had weelderig, opspringend blond haar.
hamer
Net als alle smidsgereedschappen attribuut van Vulcanus
Hekate
Griekse godin van de duisternis (onderwereld; zie Pluto), de maan,
tovenarij ( bijgeloof)
en de driesprong. Haar beeld had drie lichamen of drie hoofden en een mandvormig
hoofddeksel. Met fakkels hielp ze Ceres zoeken naar
Proserpina.
Hercules (Gr.: Herakles)
Griekse held, verrichter van de beroemde twaalf werken, die later god werd.
Koos bewust voor een hard en deugdzaam leven, en inderdaad: veel van zijn
twaalf werken (meestal vechten met dieren) resulteerden in een veiliger
en prettiger bestaan voor zijn medemens. In wieg doodde hij al twee slangen.
Afgebeeld als krachtpatser met leeuwenvel, knots en soms appels (Eén
van zijn werken was het bemachtigen van de ‘appels van de Hesperiden’).
Teken van kracht en deugd
en van het leven
na de dood. Hij overwon immers de dood door naar de onderwereld
af te dalen om de hellehond Cerberus te gaan halen en heelhuids terug te
keren (Zie ook mythologische verhalen)
herderstaferelen
(pastorale taferelen)
Het eenvoudige
maar tevreden leven dat herders kunnen leiden is symbolisch voor geluk
in het algemeen. Indirect kunnen ze eveneens naar geluk verwijzen als voorstelling
van het Gouden Tijdperk onder Saturnus.
De herder Faustulus voedde Romulus en Remus
op. Herders hebben meestal een herdersstaf bij zich.
hoofd
Een ‘los hoofd’ is meestal een masker.
hoorn
Een losse hoorn kan een muziekinstrument
zijn of een drinkbeker (zie ook Laren).
Een mensfiguur met ramshoorns aan zijn hoofd identificeert zich met Jupiter.
hoorn des
overvloeds
Cornucopia: hoornvormige schelp vol met vruchten; in het algemeen
teken van vruchtbaarheid
en welvaart,
en als zodanig attribuut van de genius populi
Romani, van Pluto, van Laren
en van vele personificaties.
houdingen
en gebaren
Enkele voorbeelden:
-
Man en vrouw die elkaar de rechterhand vasthouden (dextrarum iunctio)
tonen hun huwelijksband.
-
Een Romein toont zijn pietas
door met uitgestrokte armen te bidden.
-
Bij een vertrek (profectio, bijvoorbeeld van een generaal op weg
naar een oorlogshaard) wordt men uitgewuifd.
-
De adlocutio-houding wordt gekenmerkt door een opgeheven rechterarm;
de persoon in kwestie houdt een politieke of militaire toespraak (In het
laatste geval toont hij zijn virtus.
-
Voor knielende barbaren zie buitenlanders.
-
Een riviergod ligt vaak achterover geleund.
Isis
Van oorsprong Egyptische godin van van alles en nog wat (o.a. vruchtbaarheid,
scheepvaart, leven en de maan).
Afwisselend te herkennen aan hoorns op haar hoofd met een zonneschijf ertussen,
een troonvormig hoofddeksel of haar zoontje Horus
zogend. Opvallend attribuut: sistrum.
Isis is één van de uitheemse goden die in de laatste eeuwen
v.C. immens populair werden in Rome, maar door de traditionele Romein als
bijgeloof
werden veroordeeld.
jacht
Een jachtscène is, behalve een stukje vermaak, te interpreteren
als een oefening in en tonen van virtus.
Janus
God van de twee gezichten, aan beide kanten van het hoofd één,
en als zodanig god van het begin (vergelijk ‘januari’) en het eind, of
van het vrede.
Jupiter (Gr.: Zeus)
Oppergod, hemelgod,
(on)weergod, ‘ vader
van goden en mensen’ soms Optimus Maximus (‘de beste en de grootste’)
genoemd: man van middelbare leeftijd met voorname baard, vaak zittend op
een troon en halfnaakt (kleed om onderlijf en rug) afgebeeld, met bliksemschicht,
scepter of lauwerkrans; dierlijke
attributen: adelaar, ram of ramshoorns, geit of geitevel (aegis;hij
was opgevoed door een geit); plant: eik. Aan hem
(samen met Juno en Minerva) was de grootste en oudste tempel van Rome gewijd
(op het Capitool). Let op: keizers laten zich vaak als Jupiter afbeelden
(met hun eigen gelaatstrekken) en verlenen zichzelf zo een goddelijke
status.
Juno (Gr.: Hera)
Vrouw van Jupiter, godin van huwelijk
en geboorte. Afgebeeld als een Romeinse matrona (‘vrouw des huizes’),
vaak op een troon, met scepter of schaal;
dier: pauw (met zoveel ‘ogen’ in zijn staart als
Juno nodig had om haar man Jupiter in de gaten te houden). Haar belangrijkste
tempel in Rome lag naast de munt, vandaar de bijnaam Iuno Moneta
(‘Juno van de Muntslag’).
kan
Een schenkkan wordt gebruikt bij het offer en is het
gereedschap van Aurora. Zie ook urn.
kandelaar
Een kandelaar/kandelaber wordt gebruikt bij godsdienstige handelingen (zoals
offers) en staat dus voor pietas.
Op kunstwerken ontstaat vaak vanuit de kandelaber plantengroei.
Een zevenarmige kandelaar (Menora) is een Joods heilig voorwerp;
in 79 n.C. door de Romeinen buitgemaakt.
kinderen
Tenzij het hierbij gaat om een afbeelding van de god Amor/Cupido
of eroten, zijn de mogelijke symbolische functies:
-
onderstrepen van de waarde van het gezin
als hoeksteen van de samenleving
-
(als het om prinsen en prinsesjes gaat) promoten van de dynastie
van de keizer.
-
symbool van vruchtbaarheid.
Dit geldt ook voor jongen van dieren.
-
symbool van de vier seizoenen (als
ze met z'n vieren zijn).
kleding
-
De traditionele Romeinse klederdracht voor mannen was de toga: een
grote lap stof, soms met geverfde randen, maar verder zonder franje, die
op een bepaalde manier om het lichaam geplooid werd; niet echt handig om
in te werken, daarom vooral gedragen door senatoren. Deed ook denken aan de republiek.
-
Als de toga over het hoofd geslagen is (capite velato, ‘met
bedekt hoofd’) komen we op het religieus vlak: dit is de dracht van de
genius van de keizer, van de genius
van de pater familias, verder van iedere offerende priester, in
het bijzonder van de Pontifex Maximus (opperpriester).
-
Voor vrouwen was de stola (jurk tot op de enkels) de tegenhanger
van de mannelijke toga als traditioneel kledingstuk en teken van deugdzaamheid.
-
Offerassistenten zijn vaak te zien in een soort rok/schort.
-
Werken kon je het best in een tunica, een eenvoudig
jurkachtig kledingstuk tot aan de knieën. Ook gedragen door de Laren.
-
Broeken droegen de Romeinen niet. Een figuur met een broek aan is
dan ook steeds een provinciebewoner
of een buitenlander, of een personificatie
daarvan.
-
Een ruwe wollen mantel (laena) werd o.a. gedragen door bepaalde
priesters. Zie ook aegis.
-
Sandalen waren niet alleen het typische schoeisel van Romeinse soldaten,
maar ook van senatoren
.
-
Een typisch Kleinaziatisch hoofddeksel is de Phrygische muts, kegelvormig
met naar voren vallende punt (als een smurfenmuts). Hij wordt gedragen
door Mithras en verder door iedereen
die zich – zoals de Romeinen - wil laten kennen als een Trojaan of een
afstammeling
van de Trojanen.
-
Een eenvoudige bolle muts (pileus) kan een vrijheidsmuts
zijn. Een pileus met een ijzeren punt (apex) erop is de dracht
van een bepaald soort priesters.
-
Een hoed met brede rand wordt gedragen door herders
en reizigers.
-
Wapenrusting: zie wapens
-
Bolstaand kleed: wind
-
Een brede halsband (torques of bulla)
was, net als de Phrygische muts hierboven, iets typisch Trojaans en duidde
daarmee op de Trojaanse afstamming
van de Romeinen; maar hij werd ook veel gedragen door buitenlanders
ten in het/ten Noorden van het Romeinse Rijk.
-
Het ontbreken van kleding ofwel naaktheid, geheel of ten dele, laat
de afgebeelde persoon zien als een min of meer goddelijk
wezen.
-
Eén van de twee borsten ontbloot: kenmerk van de personificatie
Roma.
kransen/kronen
-
lauwerkrans/laurierkrans: in natuurlijke vorm of in namaak van edelmetaal
attribuut van de goden Apollo en Jupiter
en van de personificatie Victoria.
Als corona triumphalis (‘ overwinningskroon’)
gedragen door succesvolle Romeinse generaals tijdens hun triomftocht
en zodoende teken van virtus.
Na verloop van tijd echter symbolisch voor veel meer vormen van verdienste.
Tevens symbool van de voorspellingskunst
en de (religieuze) feestvreugde (zie pietas)
in het algemeen. Voor de achtergronden zie planten.
-
eikekrans: als corona civica (‘burgerkroon’) de eervolle
beloning voor het tonen van virtus
door het redden van het leven van een mede-burger in de strijd. Na verloop
van tijd symbolisch voor verdienste in het algemeen. De eikekrans kan verder
verwijzen naar Jupiter (hij had een
eik als orakel in Dodona) en, zeker als zij boven een deur bevestigd is,
naar Augustus,
de redder van heel het vaderland.
-
muurkroon (corona muralis): kroon in de vorm van een stadsmuur,
symbool van de soevereiniteit van een stad
of in het algemeen van macht;
hoofdtooi van de personificaties
Oecumene en Fortuna, en van de godin Cybele.
-
graankrans: zie planten: graan.
-
rietkrans: hoofddeksel van riviergoden
-
stralenkrans (nimbus) of losse stralen om een hoofd: kenmerkt de
zonnegoden Apollo, Sol
en Mithras; onderstreept de goddelijke
aspiraties van keizers en (Hellenistische) koningen.
-
diadeem (eigenlijk: omgeknoopte hoofdband): komt het dichtst in
de buurt van wat wij onder een kroon verstaan, van edelmetaal en bezet
met edelstenen, maar dan zonder punten of andere uitsteeksels. Gedragen
door (Hellenistische) koningen en zo symbool voor het koningschap
waarover de Romeinen zulke gemengde gevoelens hadden.
kroon
zie kransen/kronen
kruik
zie urn
landschap
Zie herderstafereel of agrarische
scène, of gebouw als het een
landschap met uitgebreide bebouwing betreft.
Lararium
Huisaltaar/huistempeltje waarin afbeeldingen van Laren,
Penaten, de genius
van de pater familias en een slang aangebracht
waren, waaraan de pater familias bescherming
vroeg voor zijn huishouden.
Laren
De beschermgoden
van het huis. Een Lar wordt afgebeeld als een dansende jongeman in tunica
met halflang haar en eventueel een schaal, een drinkhoorn
of een hoorn des overvloeds in de hand.
Met de Penaten en de genius
van de pater familias vereerd in het Lararium.
lauwerkrans
zie kransen/kronen
lictor
lid van de lijfwacht van een republikeinse
magistraten
. Heeft de fasces bij zich.
maaltijd
In de grafkunst is de overledene vaak aanliggend
aan tafel afgebeeld als symbool van een prettig leven
na de dood.
maan
Een (half) maantje vinden we vaak op het hoofd van de maangodinnen
Diana en Isis.
maenaden
Vrouwelijke volgelingen van Bacchus. Gekleed in
dierenvellen en klimopkransen en met tyrsustaf, muziekinstrumenten
of slangen in de hand gaan ze uit hun dak.
Mars (Gr.: Ares)
Bij de Romeinen oorspronkelijk een vruchtbaarheidsgod,
maar vooral god van de oorlog (zie virtus)
en alle verschrikkingen die daarbij komen kijken. Te herkennen aan een
volledige militaire uitrusting, maar soms ook naakt met enkel een helm,
schild en speer. Dieren: specht,
stier, wolf. Vader van Romulus en Remus
(zie stamboom). De belangrijkste tempel van Mars was de tempel van Mars
Ultor (‘de wreker’), naar aanleiding van de wraak
die Octavianus in de slag bij Philippi (42 v.C.) wist te nemen.
masker
de Grieken en de Romeinen speelden toneel met tragische of komische maskers
op (zie toneelscène). Attribuut van
de Muzen van treurspel en blijspel. Een heel ander soort maskers waren
de realistische dodenmaskers die de Romeinen van hun gestorven voorvaderen
(uit de goede
oude tijd) bewaarden in kastjes in hun huis en die bij begrafenisrituelen
ingezet werden.
mausoleum
Een mausoleum is een groot familiegraf. Een keizerlijk mausoleum kan het
belang of de pretenties van de keizerlijke dynastie
onder de aandacht brengen.
meander
Het meandermotief (evenals het palmettenmotief; zie planten)
is ontleend aan de Griekse vaasschilderkunst en kan een bewuste verwijzing
zijn naar de Griekse klassieke of archaïsche stijl.
mens(achtige) figuren
Bij het identificeren en interpreteren van een mens(achtige) figuur op
een Romeins kunstwerk kun je kijken naar zaken als kleding,
haardracht, attributen (passim) en omgeving.
Mercurius (Gr.: Hermes)
Boodschapper van de goden, jonge god van het reizen (reishoed met vleugels,
vleugels aan voeten), handel
(caduceus, geldbuidel), dieven en welsprekendheid.
Hij begeleidde de ziel van dode mensen naar het leven
na de dood. Nota bene: voor zijn Medusa-avontuur mocht de held
Perseus Mercurius’ vleugelhoed en -schoenen even lenen.
mes
zie dolk/mes
Minerva (Gr.: Pallas
Athena)
Godin van wijsheid,
wetenschap,
handwerk ( kunst),
nijverheid en tactische oorlogvoering (virtus).
Te herkennen aan een wapenrusting (helm, speer, schild,
aegis); Haar dieren zijn de slang
en de uil; haar plant de olijf.
Haar cultusbeeld wordt wel Palladium genoemd. Aeneas
nam het Trojaanse Palladium (of de Penaten) mee op zijn vlucht naar Italië.
Mithras
Van oorsprong Perzisch zonnegod,
immens populair geworden in heel het Romeinse Rijk (vooral onder soldaten),
maar door de traditionele Romein waarschijnlijk hoofdschuddend bekeken
als een vorm van bijgeloof.
Net als zijn collega-zonnegoden Apollo en Sol afgebeeld als hij in de zonnewagen,
getrokken door een vierspan en met een stralenkrans
om zijn hoofd langs de hemel trekt. Hij draagt altijd een Phrygische muts
(zie kleding). In zijn ondergrondse heiligdommen
(mithraea) echter vaker te zien bij het verrichten van zijn grootste
heldendaad: het doden van de stier van het kwaad. Soms omgeven door een
krans van sterrenbeelden.
monsters/fabeldieren
-
visachtige zeemonsters als Tritonen (mens met vissenstaart), Hippocampussen
(paard met vissenstaart) en zeenimfen symboliseren de zee
of haar goden, Neptunus of Oceanus.
Zich vermakende zeewezens kunnen het prettige leven
na de dood uitbeelden (in grafkunst).
De Romeinse versie van het sterrenbeeld steenbok
(capricornus) is van voren bok en heeft achteraan een vissenstaart.
-
Een centaur, een paard met romp en hoofd van een mens, staat in
de mythologie bekend als een handtastelijk type dat graag drinkt. Behalve
van losbandigheid
kan hij echter ook symbool zijn van de prettige kanten van het leven
na de dood. Als tegenpool van zeemonsters beeldt hij de aarde
uit.
-
Het gevleugeld paard Pegasus komt in de mythologie onder andere
voor als rijdier van Perseus en van Bellerophon. In grafkunst kan het fungeren
als begeleider van zielen naar het leven
na de dood.
-
harpijen (half vrouw, half roofvogel) roven of bevuilen het eten
van mensen en veroorzaken zo de dood.
-
sirenen (ook vogel met vrouwenhoofd) staan voor verlokking of zijn
begeleiders van de ziel naar het leven
na de dood.
-
sater: harig mensfiguur met bokkenpoten en een paardenstaart; wellustige
volgeling van Bacchus.
-
griffioen (gevleugeld fabeldier met de kop van een adelaar en een
leeuwenlijf): werkt zowel afschrikwekkend als beschermend;
dier van Apollo.
-
sfinx (fabeldier mensenhoofd, leeuwenlijf en vleugels): in principe
kwaadaardig en afschrikwekkend, maar ook beschermend
en daarom wel gebruikt als grafbewaker. Dier van Apollo.
Let op: een Egyptische
sfinx heeft geen vleugels en ligt altijd.
-
Gorgo, vrouw met een gezicht dat de aanschouwer versteent en met
slangenhaar. De Gorgo Medusa werd onthoofd door de held Perseus. Sindsdien
zit haar hoofd op de aegis en of op het schild
van Minerva ter bescherming
doordat het haar tegenstanders afschrikt.
-
In Egypte
werden veel goden vereerd in de vorm van mensen met een dierenhoofd. Veel
Romeinen vonden dit maar een vreemd soort bijgeloof.
Muzen
De negen godinnen van de kunsten
en wetenschapen,
voor iedere discipline één, en daarmee gelijk symbolisch
voor die discipline. Hun leider was Apollo. Hier
volgen hun namen, werkgebieden en (belangrijkste) attributen.
-
Calliope – epiek – schrijfmateriaal
-
Clio – geschiedschrijving – boekrol
-
Euterpe – fluitspel, lyriek – fluit
-
Terpsichore – dans – snaarinstrument lier
-
Erato – liefdespoëzie – snaarinstrument citer
-
Melpomene – treurspel – tragediemasker
-
Thalia – blijspel – komediemasker
-
Poly(hy)mnia – mime, hymne – geen bijzondere attributen
-
Urania – sterrenkunde – globe, schrijfstift,
passer
muziekinstrumenten
In het algemeen zijn Muzen en maenaden vaak afgebeeld met muziekinstrumenten
-
De snaarinstrumenten lier (lyra) en citer (kythara)
zien we bij Apollo en de muzen
Terpsichore en Erato.
-
Trompetten worden onder andere gebruikt als ondersteuning op het
slagveld (zie wapens), in triomftochten
en bij begrafenisrituelen.
-
Een (enkelvoudige of dubbele) fluit wordt gebruikt door maenaden,
de muze Euterpe, herders
en bij het brengen van offers.
-
Slagwerk als bekkens, trommels en tamboerijnen worden nogal eens
bespeeld door maenaden.
-
Het sistrum (soort ratel) wordt gebruikt bij de cultus van
Isis.
mythologische
verhalen
kunnen, afhankelijk van de strekking en de boodschap, naar van alles verwijzen.
Op sarcofagen wordt de overwinning van het leven
na de dood bijvoorbeeld wel gesymboliseerd door het verhaal
over Alcestis, die aanbood in plaats van haar man te sterven, en als beloning
voor haar opofferingsgezindheid zelf door Hercules uit de onderwereld werd
gered. Als je weet om welk verhaal het gaat dan is de mogelijke symbolische
betekenis vaak nog wel te bedenken; als je het verhaal niet herkent, wordt
het erg lastig.
naakt
zie kleding
Neptunus
(Gr.: Poseidon), god van de zee
en van aardbevingen. Man met baard en één of meer van de
volgende attributen: drietand, vissen, scheepsonderdelen.
Ook symbool voor militaire zeemacht.
Zijn wagen wordt getrokken door Hippocampussen; verder begeleid door Tritonen
en zeenimfen (allemaal zeemonsters).
nimfen
Bevallige natuurgodinnetjes. Wonen in bronnen
en bossen
.
obelisk
Spits, vierzijdig monument, in Egypte
aanbeden als verblijfplaats van de zonnegod. Door de Romeinen zijn er verschillende
obelisken uit Egypte weggehaald en in Rome neergezet, bijvoorbeeld op de
spina van het circus (wagenrennen) of als zonnewijzer,
zoals op het Marsveld.
Oceanus
Een oude zeegod
zonder opvallende eigenschappen of attributen.
offer(benodigdheden)
Het brengen van een offer aan een god/de goden is een teken van pietas.
Verder kan alles wat bij een offer komt kijken pietas symboliseren
als het op een kunstwerk voorkomt:
-
altaar waarop geofferd wordt. Ook een hoop stenen kan als provisorisch
altaar dienen, of een drievoet, maar meestal is
het een kunstig versierd blok steen (vaak met soort rolvormige ‘kussens’,
pulvini, bovenop). Vaak is het altaar versierd met slingers. Soms
staat er een (oorspronkelijk houten) omheining omheen waarbinnen de plechtigheid
zich afspeelt.
-
Van en naar het altaar vindt vaak een processie plaats.
-
de kostbaarheden die geofferd moeten worden:
-
dieren: zwijnen, schapen, runderen; een offer
van deze drie beesten samen heet een suovetaurilia-offer. De koppen
zijn vaak omhangen met heilige gevlochten banden (vittae of infulae).
Soms zie je een restant van het offerdier: de schedel (bucranium).
-
vruchten
-
koek, broodjes
-
drank (een ‘plengoffer’)
-
gereedschap:
-
simpuvium (scheplepel voor plengoffer)
-
aspergillum (sprenkelaar voor wijwater)
-
offerbijl of offermes (voor het slachten)
-
acerra (wierookdoosjes)
-
patera of lanx (schaal, voor vruchten
of koeken)
-
urceus (schenkkan)
-
mantele (handdoek)
-
kandelaar/kandelaber
-
schort (rok) gedragen door een offerdienaar (popa)
-
Het hele ritueel wordt begeleid door fluitspel (zie muziekinstrumenten)
onderwereld
zie Pluto
oorlogsscènes
Scènes van veldtochten, zoals soldaten, legerkampen, belegeringen,
toespraak van generaal tot zijn manschappen (adlocutio) etc. onderstrepen
allemaal de virtus
van de Romeinen en hun aanvoerders. Het kan hierbij gaan om verwijzingen
naar een bepaalde historische veldtocht of naar strijd in het algemeen.
Een beeld in wapenuitrusting (soms met eremedailles; let ook op de pantserversiering!)
of een ruiterstandbeeld belicht vooral de persoonlijke
virtus
van de generaal of keizer in kwestie. Een militaire parade kan onderdeel
uitmaken van grafrituelen. Een strijdtafereel
kan tevens de overwinning op de dood en daarmee het leven na de dood symboliseren (in grafkunst).
Parcae (Gr.: Moiren)
De drie schikgodinnen, die het menselijk lot
bepalen. Klotho spint de levensdraad, Lachesis meet hem af, Atropos knipt
hem door.
passer
Attribuut van de Muze Urania.
Penaten
De beschermgoden
van de voorraad en van huis en haard in het algemeen. Zittende figuren
met lans. Met de Laren en de genius
van de pater familias vereerd in het Lararium.
Aeneas bracht de stadspenaten in veiligheid toen
hij uit Troje vluchtte.
personificaties
De Romeinen konden ieder abstract of minder abstract begrip voorstellen
als een persoon (personificatie). Een personificatie kon vervolgens als
een god vereerd of bedankt worden. Er was geen duidelijke scheidslijn tussen
personificaties en goden. Personificaties hielden de naam van het begrip
dat ze belichaamden. Als de naam erbij staat (bijvoorbeeld op munten) is
de identificatie gemakkelijk (opzoeken in een Latijns woordenboek!). Bovendien:
is het Latijnse begrip vrouwelijk (meestal eindigend op -a) dan is ook
de personificatie een vrouw; een personificatie van een mannelijk begrip
is mannelijk. Aan hun attributen zijn ze vaak moeilijk te herkennen doordat
veel personificaties (en goden) dezelfde attributen hebben. Vooral de scepter
en de hoorn des overvloeds komen erg
vaak voor. Een apart soort personificatie vormen de genii
(‘beschermengelen’). Hier volgen enkele vaker voorkomende personificaties,
grof ingedeeld naar soort en geslacht.
-
Enkele vrouwelijke personificaties van abstracte begrippen:
-
Aeternitas ( eeuwigheid):
gevleugeld; had een functie bij de vergoddelijking
van een keizer; komt ook in mannelijke vorm voor!
-
Annona ( graanvoorziening):
korenaren, hoorn
des overvloeds, graanmaat (modius), scheepsonderdelen
(graan werd over zee vanuit de provincie naar Rome vervoerd)
-
Clementia ( zachtzinnigheid,
genade): tak, scepter, leunt soms op een zuil.
-
Concordia ( eendracht):
schaal, scepter, hoorn
des overvloeds
-
Fortuna (Gr.: Tyche; fortuin, toeval, lot):
scheepsonderdelen (roer, voorsteven; het lot werd
gevreesd door schippers), hoorn des overvloeds
(als het gunstig uitvalt), ‘rad (of globe) van fortuin’,
muurkroon. Soms personifieert Fortuna (de lotgevallen
van) een stad;
zie verderop.
-
Iustitia/Aequitas ( rechtvaardigheid):
olijftak, schaal, scepter,
weegschaal, zwaard
-
Libertas ( vrijheid):
vrijheidsmuts (pileus; zie kleding), scepter
-
Pax ( vrede):
olijftak, scepter
-
pietas
(plichtsbesef, vroomheid): capite velato (zie kleding),
schaal, scepter, offerend
bij een altaar
-
Victoria ( overwinning,
zie virtus;
ook wel overwinning op de dood, dus leven na de dood): gevleugeld, lauwerkrans,
palmtak, schild, trofee (zie
wapens)
-
Enkele mannelijke personificaties van abstracte begrippen:
-
Vrouwelijke personificaties van aardrijkskundige begrippen:
-
Roma ( Rome):
haar kleding onderstreept de strijdlust (virtus)
van de Romeinen: een wapenrusting en één
van haar borsten ontbloot (Dat laatste was het kenmerk van Amazonen, een
strijdlustig volk van vrouwen uit de mythologie). Roma werd vaak samen
met de keizer vereerd (in de ‘tempel van Roma en Augustus’)
-
andere steden
worden vertegenwoordigd door hun eigen Fortuna (zie boven) met attributen
die de ligging of de specialiteiten van de stad aangeven. Bijvoorbeeld:
Fortuna/Tyche van Antiochia.
-
de hele bewoonde wereld (of de macht
daarover): Oikoumene (Gr.), vrouw met muurkroon.
-
Italia. In haar attributen wordt vaak de vruchtbaarheid
van het Italische land benadrukt.
-
volkeren
en provincies
als Hispania, Gallia, Germania, Arabia. Vaak draagt de vrouw de typische
klederdracht van de streek (zie buitenlanders)
en heeft een toepasselijk attribuut bij zich (bijvoorbeeld een palmboom
voor Judaea, een olifant voor Africa). Soms is aan de houding van de personificatie
(bijvoorbeeld droevig) de toestand van het volk/de provincie af te lezen.
-
Mannelijke personificaties van aardrijkskundige begrippen:
-
volkeren
en provincies
worden mannelijk als een mannelijke vertegenwoordiger van dat volk of die
provincie de personificatie vormt. Ook dan zoveel mogelijk met typische
klederdracht (zie buitenlanders), attribuut
en houding.
-
bergen,
heuvels en andere gebieden
worden vaak gepersonifieerd door een (liggende) man met een toepasselijk
attribuut. Verwant hieraan zijn de riviergoden.
planten
zijn over het algemeen een symbool van vruchtbaarheid
en welvaart
(of van de seizoenen waarin ze bloeien).
In de vorm van slingers (guirlande, festoen) kleden ze vaak feestelijke
of plechtige gebeurtenissen van religieuze aard aan (pietas).
In het bijzonder te vinden in gebeeldhouwde vorm op offer
altaren en graven (als teken van de overwinning
van het leven
na de dood). In de ornamentiek worden planten vaak gekoppeld
aan kandelaars. Zoek de hieronder opgesomde planten
desnoods op in een planten-encyclopedie!
-
acanthusbladeren zijn de belangrijkste decoratie van de kapitelen
van Korinthische zuilen.
-
bloemen, rozen in het bijzonder, verwijzen naar liefde
en schoonheid.
Of naar de lente (zie seizoensgoden).
-
De cipres (soort spar) is de boom van de dood
of van het leven
na de dood (de cipres blijft namelijk altijd groen). Bij een
sterfgeval werden als teken van rouw cipressentakken aan de deur van het
huis bevestigd.
-
De denneappel/pijnappel vormt de top van de tyrsustaf van Bacchus
en zijn volgelingen. Als vrucht van een groen blijvende boom symbool van
leven
na de dood.
-
De eik was gewijd aan de god Jupiter, die
in Dodona in Griekenland een orakel had dat de toekomst voorspelde uit
het ruisen van de bladeren van een grote eikeboom. Bij de Romeinen was
de eikekrans de eervolle beloning voor het redden
van een landgenoot in de strijd.
-
Graan/koren, het belangrijkste produkt van de Romeinse landbouw
en de voedselvoorziening, duidt, al dan niet in de vorm van een krans,
op vruchtbaarheid
of graanvoorziening.
Attribuut van de godin Ceres en van de seizoensgod
van de zomer.
-
klimop: plant van Bacchus (naast de wijnrank)
-
De altijd groene laurier draagt vele betekenissen, ten dele samenhangend
met de geneeskrachtige werking die ervan uit zou gaan, waardoor hij de
plant werd van Apollo als god van de geneeskunde.
Als verklaring van de band tussen Apollo en de laurier ontstond de mythe
van Daphne, de nimf die in een laurier veranderde toen ze door Apollo werd
achternagezeten. De laurier ging ook een rol spelen bij andere werkgebieden
van Apollo: de plant gaf de voorspellende
kracht aan Apollo’s orakel in Delphi en werd als prijs uitgereikt aan winnaars
van dicht- en muziekwedstrijden. Als beloning voor militaire overwinningen
werd de laurierkrans gedragen door Romeinse generaals bij hun triomftocht
op weg naar het Capitool in Rome, waar ze in laurier gewikkelde wapens
overhandigden aan Jupiter. Zodoende werd de laurier een attribuut van de
personificatie Victoria en de god Jupiter
(ook omdat de laurier de enige boom zou zijn die nooit door de bliksem
getroffen wordt) en vooral een symbool van de kwaliteit virtus.
De laurier, in het algemeen tenslotte gebruikt als feesttooi bij (religieuze)
feesten, werd vooral gedragen en afgebeeld in de vorm van een krans.
-
De olijfboom was ooit door Minerva aan de
mensheid geschonken. Symbool van vrede;
attribuut van de personificaties Iustitia
en Honos.
-
palm: als teken van overwinning
is de palmtak attribuut van de personificatie
Victoria. Bij zijn uitroeping tot Augustus
werden de deuren van Octavianus’ huis versierd met
palmtakken. Ook wel gebruikt als herkenningsteken van personificaties
van exotische volkeren of provincies.
-
Het palmettenmotief (abstracte waaiers van bladeren in regelmatige
herhaling) is ontleend aan de Griekse vaasschilderkunst en kan een bewuste
verwijzing naar de Griekse klassieke of archaïsche stijl
betekenen.
-
papaverbollen zijn slaapverwekkend en zo werden ze symbolen van
de doodNT>.
-
riet is in de vorm van een krans het hoofddeksel van riviergoden.
-
Een vijgenboom speelt een rol in het verhaal van Romulus
en Remus.
ploegen
Door middel van het omploegen van land werden in de vroegste tijd de grenzen
van een te stichten
stad getrokken. Een ploegende boer is echter meestal niet meer dan agrarische
scène.
Pluto/Dis
(Gr.: Hades), god van de dood,
heerste samen met zijn vrouw Proserpina (zie Ceres) over de onderwereld.
Voorgesteld als man van middelbare leeftijd met baard. Hij had een ‘Hadeskap’
die hem onzichtbaar maakte, en misschien is dat wel de reden dat hij weinig
in de kunst voorkomt. De hoorn des overvloeds
is zijn attribuut omdat men dacht dat de onderwereld aan de basis stond
van de vruchtbaarheid
van de aarde (en daarmee van de welvaart).
Volgens Griekse verhalen kwam je in de onderwereld door je door de oude
veerman Charon de grensrivier de Styx over te laten zetten. Vervolgens
werd je veroordeeld tot straf voor je misdaden of beloond voor je goede
leven. De uitgang werd bewaakt door de driekoppige hellehond Cerberus.
priester
Romeinse priesters zorgen voor een goede relatie met de goden (pietas) en zijn soms redelijk te herkennen. Een priester in actie
(offerend, voortekens bekijkend) draagt zijn toga over het hoofd (capite
velato). Een flamen (hogepriester) draagt een apex
(hoedje met punt) en soms een laena (zie kleding).
De Vestaalse maagden zijn zes kuis geklede vrouwen (Zij moesten het vuur
in de tempel van de godin Vesta brandend houden en
mochten daarbij op geen enkele manier afgeleid worden door mannen). De
XV viri sacris faciundi (priesters van Apollo) hadden één
schouder onbedekt. Kijk verder of een figuur de lituus (kromstaf),
een offerdier of een andere offerbenodigdheid bij
zich heeft. Dan is het al gauw een priester.
Proserpina (Gr.:
Persefone)
Dochter van Ceres, werd door Pluto naar de onderwereld meegeroofd en is
sindsdien steeds de helft van het jaar koningin van de onderwereld (het
is dan herfst/winter) en de andere helft bovengronds (dan is het lente/zomer).
Symbool van vruchtbaarheid,
van de wisseling der seizoenen
en van het leven na de dood.
riviergoden
rivieren
worden gepersonifieerd door oude mannen met baard en soms een rietkrans
op het hoofd, die achteroverliggen, vaak tegen een leeglopende urn
aan.
Romulus en
Remus
De legendarische stichters
van Rome. De tweeling werd geboren uit een slippertje van de god Mars
met Rhea Silvia (zie stamboom). Aangezien Rhea Silvia een Vestaalse maagd
was (zie priesters) waren ze ongewenst en werden
ze te vondeling gelegd in de rivier de Tiber.
Het mandje bleef steken in de wortels van een vijgenboom
(ficus ruminalis), waarna de jongens gevonden werden door een wolvin,
en grootgebracht door de herder Faustulus.
Eenmaal volwassen stichtten zij Rome, zoals blijkens hun wonderbaarlijke
redding voorbestemd
moest zijn. Eerst waren ze het nog oneens over de plaats, maar de vlucht
van de vogels gaf de doorslag ( voorspellingskunst).
Saturnus (Gr.: Kronos)
God van de landbouw
en van de tijd.
Oude man met baard en sikkel of zeis. Heerste over de aarde tijdens het
‘Gouden Tijdperk’ van welvaart en geluk.
scepter
zie staf/stok
schaal
Een schaal is meestal een patera (offerschaal)
en als zodanig attribuut van diverse personificaties
en van de Laren. Een schaal op drie poten is een drievoet.
schelp
De gedraaide ‘trompetschelp’ verwijst naar alles wat met de zee
te maken en fungeert voor de Tritonen (zeemonsters)
ook daadwerkelijk als trompet. De platte kamschelp is het symbool van de
‘uit de zee geboren’ Venus.
schepen/scheepsonderdelen
zijn symbolen van de zee
als machtsbasis, als oorlogsterrein ( zeeslag)
of als handelsweg (aldus zorgend voor handel
en welvaart,
met name wat betreft de graanvoorziening).
Het gaat om afbeeldingen van volledige schepen of (vaker) om afbeeldingen
van onderdelen zoals: sneb/ram (rostrum), voorsteven, waaiervormige
kam achterop, roeispaan, roer (lijkt op roeispaan, maar groter) en anker.
Op een schip werd het beeld van Cybele naar Rome
gehaald. Het roer bepaalt ‘welke kant het opgaat’ en is zo symbool van
het lot
en attribuut van de personificatie Fortuna.
schild
Een schild wordt, behalve als wapen voor de gewone
soldaat, vaak gebruikt als attribuut voor verschillende goden (Mars,
Minerva) en personificaties
(Victoria, Roma). Als er een inscriptie op staat met o.a. de termen virtus,
clementia, iustitia en pietas,
dan gaat het om de clipeus virtutis (cl.v.; ‘schild van de
deugd’); dit schild was een kado van de senaat aan Octavianus bij zijn
uitroeping tot Augustus;
de vier termen zijn deugden (resp. dapperheid
, zachtzinnigheid,
rechtvaardigheid
en plichtsbesef)
die Augustus probeerde na te leven en te propageren.
schrijfmateriaal
hoort bij de Muzen Calliope en Urania.
Sibylle, Sibyllijnse
Boeken
De Sibyllijnse Boeken waren een collectie spreuken die ooit door de Sibylle
(waarzegster) van Cumae aan de Romeinse koning Tarquinius Superbus verkocht
waren. De spreuken werden door een speciaal priestercollege geraadpleegd
als er voortekenen geïnterpreteerd moesten worden. Een instrument
in de voorspellingskunst
dus.
Seizoensgoden
Personificaties van de vier seizoenen:
vier jongemannen, al dan niet met vleugels, die
karakteristieke attributen uit de landbouw
of de jacht bij zich hebben. Zo heeft de Lente bloemen
bij zich, de Zomer graan of een sikkel.
sikkel
Krom mes om graan mee te oogsten. Attribuut van Ceres,
Saturnus en een seizoensgod.
smid
zie Vulcanus
Sol (Invictus)(Gr.: Helios)
‘De onoverwinnelijke zon’, zonnegod
(naast Apollo) met stralenkrans om zijn hoofd en
langs de hemel rijdend in zijn zonnewagen getrokken
door paarden. Van oorsprong Syrische importgod.
soldaten
zie oorlogstaferelen
staf/stok
-
scepter: staf van een heerser, teken van macht
in handen van koningen koningen, consuls of keizers. Fraai bewerkt, met
knop, die bij de Romeinen soms de vorm heeft van een adelaar. Andere scepterdragers:
Jupiter, Juno, veel te veel
personificaties, de genius
senatus
-
onbewerkte staf van een tak: herdersstaf
-
bundel staven, soms met bijl erin: fasces
-
korte staf eindigend in een krul: lituus, het instrument
van de priester die zich bezighield met de voorspellingskunst
en dus een teken van pietas.
-
Tyrsusstaf: lange stok met dennenappel erop, vaak omwonden met klimop.
Gedragen door Bacchus en zijn Maenaden.
-
militaire standaard met adelaar en medaillons of met vaandel: zie veldteken
-
Een standaard behangen met (buitgemaakte) wapens
is een trofee.
-
Een ruwe knots is het wapen van Hercules.
-
staf omkringeld door slang: Aesculapius;
omkringeld door twee slangen en vaak met vleugels aan de top: caduceus
-
Penaten dragen een lans die soms erg op een staf
lijkt.
standaard
Een schaal op drie poten is een drievoet. Enkelvoudig:
kandelaar. Voor legioenstandaard zie veldteken.
Standaard behangen met wapens: trofee. Zie eventueel
ook staf/stok.
standbeeld
Met het opstellen van een standbeeld van een god toont een Romein zijn
pietas.
Een standbeeld van een grote voorouder getuigt van eerbied voor de exempla
van het verleden. Als het een beeld van hemzelf is, is hij erg overtuigd
van zichzelf en gaat het om zelfverheerlijking.
ster
De vorm waarin een sterveling ten hemel kan stijgen, d.w.z. vergoddelijkt
kan worden. Met name gebruikt voor de vergoddelijking van Julius Caesar
(sidus Iulium, ‘komeet van Julius’)
sterrenbeeld
Iemands sterrenbeeld duidt op het feit dat de persoon in kwestie geboren
(voorbestemd)
is om een bepaalde daad te verrichten of om een bepaalde positie te bereiken.
Die daad of positie is dan vaak (gesymboliseerd of niet) in combinatie
met het sterrenbeeld te zien. Keizer Tiberius was bijvoorbeeld geboren
in het sterrenbeeld Schorpioen. Augustus, geboren op 23 september 63 v.C.,
lijkt meer waarde gehecht te hebben aan het moment van zijn verwekking
(16 januari: sterrenbeeld steenbok; zie monsters).
Mithras wordt soms afgebeeld omgeven door een krans
van sterrenbeelden.
stijl
Ook de stijl van een kunstwerk kan helpen een boodschap over te brengen.
Romeinse kunst is van oorsprong nogal boers en onbeholpen, maar
ook eerlijk (vandaar de termen 'plebeïsche kunst' en 'verisme'). Zo
is men geneigd groepen mensen die achter elkaar staan, boven elkaar af
te beelden. Portetten zijn meestal niet mooier gemaakt dan de afgebeelde
persoon was (rimpels e.d. eerder benadrukt). Ook toen de Romeinen onder
invloed van de Grieken de beschikking hadden over een meer gevarieerde
en ontwikkelde stijl, koos men soms bewust voor deze oud-Romeinse stijl
om te herinneren aan de eenvoud
van de goede
oude tijd. Een kunstenaar kon echter bewust een stijl uit de
Griekse beeldhouwkunst kiezen om op die manier een bepaalde opvatting
te onderstrepen:
-
De Archaïsche stijl (stijf, ‘heilig’) ademt de sfeer van pietas
-
De Klassieke stijl (verheven, strak, ideaal, tijdloos, leeftijdsloos) heeft
iets bovenmenselijk verhevens
-
De Hellenistische (barok)stijl (uitbundig, overdreven, emotioneel) doet
denken aan luxe
en losbandigheid
Hier vind je een paar plaatjes die de verschillen
tussen de stijlen illustreren.
stoel
-
Troon: de oppergod Jupiter en zijn vrouw Juno
zitten vaak op een troon, de meest koninklijke zetel. Teken van macht.
Hoofddeksel van Isis.
-
Klapstoel/currulische zetel, voorbehouden aan en symbool voor bepaalde
magistraten
.
stralen
vormen meestal een stralenkrans
Terra/Tellus
Godin/personificatie van de aarde;
vrouw omringd door symbolen vruchtbaarheid
als kinderen en planten.
tempel
zie gebouw
toga
zie kleding
toneelscènes
Een tafereel uit het theater duidt op de vrijgevigheid
die nodig is om zo’n evenementen te organiseren.
triomftocht
Na een militaire overwinning
trok een generaal/de keizer gekleed in purperen toga op een wagen
getrokken door een vierspan door Rome, voorafgegaan door marcherende en
trompetterende soldaten (zonder wapens,
dat mocht namelijk niet binnen Rome), senatoren, offerdieren,
krijgsgevangenen, buit en borden (met strijdscènes of veroverde
gebieden nageschilderd). De tocht eindigde op het Capitool, waar de triomfator
in de tempel van Jupiter offers bracht. Een afbeelding van zo’n triomftocht
belicht de virtus
van de aanvoerder en zijn leger. In de keizertijd mocht alleen de keizer
zelf nog een triomftocht houden, of hij nu zelf het bevel over de succesvolle
veldtocht gevoerd had of niet.
triomfboog, triomfzuil
Naar aanleiding van militaire successen werden vaak triomfbogen of triomzuilen
opgericht, versierd met oorlogsscènes, Victoriae (zie personificaties)
e.d. Een afbeelding van zo’n boog of zuil, bijvoorbeeld op een munt, symboliseert
hetzelfde als waarvoor de boog of zuil gebouw is: de virtus
van de aanvoerder/keizer en zijn leger.
troon
zie stoel
urn/kruik
Bevat de as van een overledene; zie begrafensirituelen.
Een gekantelde en leeglopende urn is het symbool van water
of het attribuut van een riviergod.
veldteken
Een veldteken (legioensstandaard) was een stok voorzien van medailles (phalerae)
en andere symbolische afbeeldingen, in het bijzonder een adelaar
(met soms een bliksem) ten teken van de goedkeuring
die de goden blijkens voortekenen ( voorspellingskunst)
gegeven hadden aan de militaire onderneming. Samen met het vaandel (vexillum)
was het veldteken de mascotte van een legioen: het was zeer pijnlijk als
hij verloren ging en zeer eervol als hij terugveroverd werd. Symbolische
voor de virtus
van het Romeinse leger.
Venus (Gr.: Afrodite)
Godin van liefde,
schoonheid
en vruchtbaarheid.
Mooie, schaars geklede vrouw; soms met een appel, verwijzend naar het oordeel
van Paris, door wie zij werd verkozen tot mooiste godin; soms met een helm
(van haar minnaar Mars; de liefde heeft dan de oorlog beëindigd: vrede).
Venus zou uit de zee geboren zijn; daarom zijn vissen
en (platte) kamschelpen haar attributen. Haar wagen
kan getrokken worden door duiven of zwanen.
Vaak in gezelschap van haar zoontje Amor/Cupido. Moeder
van Aeneas en grootmoeder van Julus en als zodanig stammoeder (bijnaam:
genetrix) van het geslacht van Julius Caesar en zijn adoptiefzoon
Octavianus/Augustus (zie stamboom). Zo was zij tevens het symbool voor
de afstamming
die hun hoge positie moest rechtvaardigen.
Vesta (Gr.: Hestia)
Godin van huis en haard ( gezin).
Op het Forum in Rome had zij een tempel waarin een heilig vuur brandend
werd gehouden door de Vestaalse maagden (zie priester);
dit vuur beschermde Rome.
vleugels
duiden over het algemeen op goddelijkheid of snelheid. Kun je onder andere
tegenkomen bij de personificaties Aeternitas
en Victoria, bij Aurora, Amor/Cupido,
eroten, de hoed en de schoenen van Mercurius,
windgoden, seizoensgoden
en natuurlijk bij het gevleugelde paard Pegasus (zie monsters).
vogels
Vogels speelden een belangrijke rol in de voorspellingskunst:
de manier waarop vogels vlogen en pikten werd beschouwd als een goddelijk
voorteken. Een vogel kan verder het symbool van de lucht
zijn, of de begeleider van de ziel naar het leven
na de dood.
-
Vooral de adelaar, de ‘koning van de hemel’ (en dus vogel van Jupiter),
verenigde bovengenoemde functies in zich. Hij nam een prominente plaats
in op veldtekens, zodat hij bijna het symbool
werd voor de militaire macht van Rome. Vooral bij de afbeelding van de
vergoddelijking
van een keizer kan hij zielengeleider of eventueel de ziel zelf voorstellen.
-
De duif is de vogel van Venus.
-
De Fenix (Phoenix) is de legendarische vogel die zich in het vuur
werpt en verjongd weer uit zijn as herrijst: symbool van leven
na de dood.
-
Ganzen hadden Rome een keer gered door te gaan gakken toen het Capitool
bijna door Galliërs ingenomen werd. Vandaar: symbolen van waakzaamheid
en bescherming.
-
De haan staat, hoe kan het ook anders, voor de ochtend.
-
De uil is het dier van de wijsheid
en van de godin Minerva.
-
Een pauw is de vogel van de godin Juno
-
Zwaan: vogel van Apollo en Venus,
staat voor lucht
en schoonheid.
vrouw
Vrouwen speelden nauwelijks een rol in het openbare leven (althans niet
voor de schermen). Als ze afgebeeld worden in de kunst gaat het dan ook
vaak om een verwijzing naar de waarde van huwelijk
en gezin
of van de keizerlijke dynastie.
Of het moet gaan om een priesteres of een godin.
vruchten
symbolen van vruchtbaarheid;
soms in een hoorn des overvloeds; soms
gebruikt als offer. De appel is speciaal het attribuut
van Venus, druiven van Bacchus
Vulcanus (Gr.: Hefaistos)
god van het vuur, het smeden en andere ambachten ( kunst).
Afgebeeld als kreupele smid, met alle gereedschappen van dien (en kruk).
Maar kon net zo goed ingezet worden als symbool van een goed functionerende
brandweer.
wagen
Een wagen wordt meestal getrokken door (vier) paarden (bij een triomftocht,
bij de wagenrennen, bij de vergoddelijking
van een keizer, als wagen van de zonnegod Apollo,
Sol of Mithras) maar soms ook
door andere dieren, die karakteristiek zijn voor
de god die in dat geval vervoerd wordt. Zo wordt Neptunus getrokken door
Hippocampussen (zie monsters), Cybele door leeuwen,
Bacchus door panters etc..
wagenrennen
Een impressie van de wagenrennen in het circus duiden op de vrijgevigheid
die nodig is om dit soort evenementen te organiseren. Vaak is de spina
te zien, de verhoging, vol met obelisken en andere
monumenten, waar de wagens omheen moesten. Zie ook doek.
wapens
Afbeeldingen van losse wapens, schilden en pantsers en ondersteunende zaken
als krijgstrompetten en veldtekens
(legioenstandaard) verwijzen, of ze nu Romeins zijn of buitenlands naar
de virtus,
de militaire kwaliteiten van de Romeinen, die die van het buitenland natuurlijk
overtreffen. Na een overwinning hingen de Romeinen buitgemaakte wapens
op aan een standaard: een trofee (tropaeum). Iets typisch buitenlands
(Gallisch) dat daarop vaak te zien is, is de krijgstrompet in de vorm van
een dierenkop. Voor de mogelijke speciale betekenissen van schild,
zwaard en dolk zie aldaar. Verschillende
goden kunnen wapens bij zich hebben: Apollo, Diana
en Amor een pijl en boog, Mars,
Minerva en personificaties
Virtus en Roma een min of meer volledige wapenuitrusting. Venus
of eroten hebben soms wapens bij zich ten teken dat
de liefde het gewonnen heeft van de strijd en er dus vrede
is. Penaten hebben vaak een lans bij zich. Een ruwe
knots is het wapen van Hercules.
windgoden
Gevleugelde mannen, vier of acht verschillende,
voor elke windstreek
één. Met toepasselijke attributen. Zephyrus, de milde Westenwind,
laat bijvoorbeeld bloemen uit zijn kleed vallen, Notus, de vochtige Zuidenwind,
draagt een kruik en Boreas, de koude Noordenwind is warm gekleed en blaast
op een trompetschelp.
zonnewijzer
Op de ‘wijzerplaat’ van een zonnewijzer konden markeringen aangebracht
zijn die verwezen naar belangrijke momenten in een jaar. Zo bouwde Augustus
in Rome een gigantische zonnewijzer (horologium) met een obelisk
als naald, en gaf zijn verwekkings- en geboortedatum aan om aan te geven
dat hij voorbestemd
was om de top te bereiken.
zwaard
Behalve een normaal wapen is het zwaard een teken
van strijdbaarheid. Personificaties van gevaarlijke buitenlanders,
werden dan ook soms met een zwaard afgebeeld; onderworpen volkeren daarentegen
met een lege zwaardschede. De personificatie
Iustitia heeft vaak een zwaard bij zich, aangezien zij niet alleen rechtvaardig
is, maar ook streng.