Let op de verzamel-lemmata in deze lijst: dieren, exempla, houdingen en gebaren, kleding, kransen/kronen, monsters/fabeldieren, muzen, muziekinstrumenten, offer(benodigdheden), personificaties, planten, staf/stok en vogels.

aegis

Afschrikwekkend wapen bestaande uit een geitenvel waarop het hoofd van het monster Gorgo bevestigd is. Gedragen door de god Jupiter (was grootgebracht door een geit) of de godin Minerva over schouders en borst.

Aeneas

De Trojaanse prins Aeneas nam na de val van Troje zijn verantwoordelijkheid (pietas) tegen over zijn familie en de stadsgoden: hij nam zijn vader Anchises en de stadsgoden (Penaten, of Palladium; zie Minerva) op zijn rug en zijn zoontje Ascanius/Julus aan de hand en bracht ze in veiligheid. Na veel omzwervingen en ontberingen kwam hij aan in het land dat door de goden voorbestemd was: Italië. Als dank offerde hij daar een wit zwijn aan de goden. Hij voerde dapper oorlog tegen weerstrevende inboorlingen (virtus) en bereidde zo de weg voor de stichting van Rome (Julus stichtte de stad Alba Longa, waar zijn nakomelinge Rhea Silvia moeder werd van Romulus en Remus; zie stamboom).

Aesculapius (Gr.: Asklepios)

God van de geneeskunde. Man met baard en stok met slang (‘aesculaap’).

agrarische scène

Een afbeelding van (bijvoorbeeld) een boer die hard werkt op het platteland verwijst naar de eenvoud die de oude Romeinen met de paplepel was ingegoten, naar de welvaart die de landbouw de Romeinen altijd gebracht had of naar het geluk dat de eenvoudige boer deelachtig kan worden. Houd rekening met het Zilveren Tijdperk (opvolger van het Gouden) als mogelijke dubbele bodem. Let op de mogelijke andere betekenis van een ploegscène en van runderen in een offerhandeling.

Amor/Cupido (Gr.: Eros)

Liefdesgod, zoontje van Venus (en zo familie van Julius Caesar en Octavianus/Augustus en symbool van hun goddelijke afstamming). Jongen, meestal met vleugels en pijl en boog (om mensen verliefd te schieten). Er is maar één echte Amor; als je er meerdere bij elkaar ziet, dan zijn dat kloontjes van hem, eroten of putti genaamd.

anker

zie scheepsonderdelen

(Phoebus) Apollo

mooie jongeling met lauwerkrans, god van de zon (met stralenkrans), de kunst van het dichten en muziekmaken (attribuut: lier), de voorspellingskunst (drievoet), en de geneeskunde. Aan hem gewijde dieren en monsters: griffioen, sfinx, zwaan en slang (Apollo doodde ooit de Python). Samen met zijn zuster Diana nam hij wraak op hoogmoedige mensen gebruikmakend van hun pijl en boog. Zo hadden zij ooit alle kinderen van Niobe vermoord, nadat zij erover opgeschept had dat ze meer kinderen had dan Leto, de moeder van Apollo en Diana. Bij de zeeslag van Actium zou Apollo Octavianus aan de overwinning geholpen hebben en zo ook toen de hoogmoedigen hebben laten boeten. Sindsdien zeer populair.

Aurora (Gr.: Eoos)

Godin/personificatie van de ochtend of de dageraad. Afgebeeld met vleugels een schenkkan waaruit ze dauwdruppels over de aarde sprenkelt.

baard

zie haardracht

Bacchus/Liber (Gr.: Dionysos)

God van wijn, vruchtbaarheid, uitgelatenheid en losbandigheid. Vaak te zien met tyrsusstaf, druiven, wijnranken, klimop en een wijnbeker, vergezeld van maenaden, en saters (zie monsters) die uit hun dak gaan. Zijn dieren zijn bokken en panters, tijgers en luipaarden, en soms zelfs olifanten, die zijn wagen kunnen trekken. Bacchus kan met zijn feestende gevolg symbool zijn van een prettig leven na de dood.

barbaren

Van oorsprong Griekse aanduiding voor alle buitenlanders.

begrafenisrituelen

kunnen gebruikt worden als symbool voor de dood:

beker

Daaruit drinken Bacchus en zijn gevolg hun wijn. Soms in de vorm van een hoorn.

bestuurlijke taferelen

In de Romeinse kunst komen wel afbeeldingen voor van keizers of ambtenaren die bestuurlijke werkzaamheden verrichten als het indelen van burgers in vermogensklassen (census), het kwijtschelden van schulden of het uitdelen van geld aan de armen (alimenta, donatio). Vaak wordt op zulke afbeeldingen gewerkt met papieren of, in het geval van het laatste voorbeeld, geldstukken. Vaak verwijst de afbeelding naar een concrete gebeurtenis, maar ze kan ook algemeen bedoeld zijn als symbool van goed bestuur of vrijgevigheid.

bliksemschicht

Heeft in de klassieke kunst meer het voorkomen van een steekvlam. Belangrijk als mogelijk voorteken in de voorspellingskunst (zie ook veldteken) en als attribuut van de god Jupiter.

boek(rol)

Attribuut van de Muze Clio.

boer

zie agrarische scène

bol

zie globe

brandstapel

De brandstapel (ustrinum of rogus) speelt een rol bij begrafenisrituelen. Vanaf de brandstapel steeg een vergoddelijkte keizer op na de verbranding van zijn lijk.

buitenlanders

representeren vaak als een soort personificatie hun land of hun volk (of een verre provincie van het Romeinse Rijk) en zijn te herkennen aan hun, in de ogen van de Romeinen, ‘exotische’ klederdracht of wapentuig. Vooral de broek was een kledingstuk dat de Romeinen niet kenden, maar door de Parthen (Perzen) in het oosten en door Galliërs, Britten en Germanen in het westen veel gedragen werd. Ook een baard en lang haar hebben iets ‘barbaars’. Een zwaard(schede) kan iets zeggen over het gevaar dat van buitenlanders uitgaat. Buitenlanders figureren meestal in de Romeinse kunst om de superioriteit van de Romeinen uit te laten komen op het gebied van virtus en zachtzinnigheid: gekneveld, knielend voor de keizer, smekend om genade onder de hoeven van zijn paard of meelopend als krijgsgevangene in een triomftocht. Hoe vervaarlijker ze er dan uitzagen, hoe beter het voor de Romeinen uitkwam.

caduceus

staf omkringeld door twee slangen en vaak met vleugels aan de top. Attribuut van boodschappers en herauten als Mercurius (daarmee gelijk symbool van handel en welvaart), die zo vrije doorgang kregen (vandaar teken van vrede). Attribuut van diverse personificaties.

Caelus

Een hemelgod, afgebeeld als een oude man met baard, die met gespreide armen het hemelgewelf als een boogvormige deken achter zich aantrekt. Bij slecht weer druipt hij van de regen.

capite velato

Hoofd bedekt door de flap van de toga; zie kleding.

Castor en Pollux

De ‘Dioscuren’, onsterfelijk geworden tweelingbroers, die als sterrenbeeld zeelieden de weg wezen en hen beschermden bij noodweer. Sinds ze de Romeinen een handje hielpen in een oorlog aan het begin van de vijfde eeuw v.C. worden ze hoog in ere gehouden in Rome.

Ceres (Gr.: Demeter)

godin van de landbouw, het graan ( graanvoorziening) en de vruchtbaarheid. Heeft meestal korenaren bij zich, soms een sikkel of een hoorn des overvloeds. Met een fakkel zoekt zij haar dochter Proserpina.

Cybele/Magna Mater

(‘de Grote Moeder’), moeder aarde met haar vruchtbaarheid (attribuut: graan), beschermster van steden (muurkroon). Haar cultus(beeld) werd in in 204 v.C. vanuit Klein-Azië op een schip naar Rome gehaald toen Rome er slecht voorstond. Kreeg een tempel op de Palatijn. Vaak tronend afgebeeld omringd door leeuwen.

deur

Enkele symbolische mogelijkheden:

Diana (Gr.: Artemis)

Godin van de jacht (pijl en boog, hert/hinde, hond), de kuisheid en (vreemd genoeg) de geboorte en het moederschap. Als maangodin heeft ze vaak een (half) maantje op haar voorhoofd, of een fakkel (Diana lucifera) of schaal bij zich. Samen met haar broer Apollo (zie aldaar) strafte ze de hoogmoed. In de Griekse stad Ephese werd Artemis in een aparte vorm vereerd, namelijk voorzien van tientallen borsten.

dieren

Voor vogels en monsters (fabeldieren) zie het aparte lemma. Algemeen: dieren met hun jongen duiden wel eens op vruchtbaarheid en welvaart. Exotische dieren als kamelen en krokodillen kunnen herkenningstekens zijn van personificaties van exotische provincies of volkeren als Egypte. De meeste van de twaalf werken van de held Hercules betroffen gevechten met gevaarlijke dieren.  Zie voor de tekens van de dierenriem: sterrenbeelden.

doek

dolk/mes

typisch moordwapen, met name gebruikt bij de moord op Julius Caesar in 44 v.C.; vandaar symbool voor (die) moord.

drievoet

Een drievoet (schaal op drie poten) is eigenlijk een alternatief altaar (zie offer). In Griekenland werden drievoeten aan winnaars van muzische wedstrijden uitgeloofd; de drievoet was de zitplaats van de zieneres in het orakel van Apollo in Delfi. Om deze twee redenen was de drievoet speciaal gewijd aan Apollo.

druiven

Speciaal de vruchten van Bacchus. Zie verder vruchten.

Egyptische zaken

zoals krokodillen, sfinxen, dier-goden (zie monsters), eunuchen, piramiden, obelisken en Nijllandschappen vertegenwoordigen de ‘idee’ Egypte, zowel in positieve als in negatieve zin.

eroten/putti

Een eroot of een putto is een klein mollig ventje, meestal met vleugeltjes en lijkend op Amor. Net als hij zijn putti godjes van de liefde, maar daarnaast symbolen van nog veel meer. Vaak is hun betekenis zelfs volledig afhankelijk van wat ze bij zich hebben of wat ze aan het doen zijn. Zo kunnen droevige putti symbolen van de dood zijn, en spelend symbolen van een prettig leven na de dood. Putti met wapens symboliseren de overwinning van de liefde op de oorlog (en daarmee vrede). Verder kunnen het boodschappers, beschermers en begeleiders van zielen naar het leven na de dood zijn of, als ze met z'n vieren zijn, symbool van de vier seizoenen.

eunuchen

Deze gecastreerde mannen komen we vooral in de literatuur tegen, en wel op een misprijzende manier: vreemd genoeg werden ze geassocieerd met losbandigheid. Ze waren namelijk de (uiterst betrouwbare) bewakers van harems in het Midden Oosten (vooral, zo beweerden boze tongen, in het Egypte van Cleopatra).

exempla

Een persoon of verhaal uit de (legendarische) geschiedenis kan symbool zijn voor een bepaalde deugd of ondeugd die duidelijk in het verhaal naar voren komt. Het verhaal of de persoon in kwestie kan in de literatuur beschreven en in de kunst afgebeeld worden (bijvoorbeeld in een standbeeld.). Enkele sprekende voorbeelden

fabeldieren

zie monsters

fakkel

De fakkel is een multifunctioneel symbool. Het kan symbool en attribuut zijn van de maan (Diana, Hekate), de (brandende) liefde, het huwelijk (fakkels brandden bij de huwelijksceremonie) en van de godin Ceres. Een omgekeerde of uitgedoofde fakkel is een teken van de dood, een brandende van het leven na de dood .

fasces

Bundel bijeengebonden staven, al dan niet met bijl erin. Gedragen door de lictoren, de lijfwacht van hoge magistraten en keizers. Vandaar: symbool voor magistratuur, van de macht van magistraten of keizers en van de zeggenschap over leven en dood (dat hadden de hoogste magistraten formeel). Zonder bijl: vrede of overwinning.

fruit

zie vruchten

gebaar

zie houding

gebouw

De zeggingskracht van een gebouw (of een afbeelding ervan) hangt helemaal af van het formaat, de kostbaarheid en de functie. Een redelijk eenvoudig huis - en dan bedoelen we niet een flatje in een woonkazerne, maar een bungalow-achtige domus zoals bijvoorbeeld Augustus die bewoonde - laat de bewoner kennen als iemand gesteld op eenvoud. Het andere uiterste: een gigantisch paleizenpark/lustoord als de Domus Aurea van Nero is een toonbeeld van luxe, en dus voor een echte Romein in principe afkeurenswaardig (al wende men in de loop van de keizertijd aan het idee). Gebouwen waarin het volk zich kan vermaken, zoals circus, amfitheater of badhuis, laten de bouwer zien als een dynastie) te verstevigen. Augustus had hier een handje van: ‘curia Iulia’, ‘basilica Iulia’, ‘theater van Marcellus’ etc. Ook een mausoleum kan deze rol vervullen. Een tempel of een afbeelding daarvan symboliseert de pietas die de bouw ervan motiveerde.

genius

‘Beschermengel’, een soort mannelijke personificatie. Het bekendst zijn: (De genius senatus en de genius populi Romani komen vaak vlak naast elkaar voor en illustreren zo de kreet SPQR: Senatus PopulusQue Romanus)

gladiatorenspelen

Een tafereel waarin gladiatoren vechten met elkaar of met dieren duidt op de vrijgevigheid die nodig is om dit soort evenementen te organiseren; of op de dood, niet omdat er bij de spelen zoveel doden vielen, maar omdat ze ontstaan waren als onderdeel van begrafenisrituelen.

globe

Een globe (sphaera) was bij de Romeinen nog geen modelvoorstelling van de aarde, maar een symbool van absolute macht en universaliteit. Attribuut van verschillende personificaties en van de Muze Urania.

goden

Goden worden van oorsprong aanbeden omdat ze invloed op het leven van de mens kunnen uitoefenen. Een god kan echter ook tot symbool worden voor het gebied waarop hij werkzaam is. De vroege Romeinen geloofden in de onzichtbare goddelijke krachten (numina) achter alle dingen, maar die waren niet erg fotogeniek. Onder invloed van de Grieken gingen zij na verloop van tijd hun goden in menselijke vorm voorstellen en namen zij de Olympische goden over, die zij gelijkschakelden met hun oud-Romeinse tegenhangers. Daar kwamen uiteindelijk nog bij de vergoddelijkte keizers, talloze personificaties, die soms nauwelijks van goden te onderscheiden zijn, en de vele goden die overgewaaid kwamen uit het oosten (zie godsdienst). Het vereren van goden door middel van gebeden, offers, beelden of tempel is een uiting van pietas.
De Olympische goden in deze lijst zijn: Apollo, Ceres (en Proserpina), Diana, Jupiter, Juno, Hercules, Mars, Mercurius, Minerva, Neptunus, Pluto, Venus (en Amor/Cupido), Vesta en Vulcanus. Oud-Romeins: Janus en Saturnus. Import-goden: Aesculapius, Bacchus, Cybele, Isis, Mithras en Sol. Enkele natuurgoden: Caelus, Oceanus, Terra, riviergoden, windgoden, seizoensgoden. De huisgoden: Laren en Penaten. Buiten categorie: Gratiën, Castor en Pollux, Hekate.

goud

Als materiaal of als bijvoeglijk naamwoord, verwijst goud soms naar het Gouden Tijdperk (saeculum aureum/aurea aetas), de tijd van vrede, welvaart en geluk, toen de god Saturnus heerste. Herderstaferelen kunnen naar dit tijdperk verwijzen. Volgens de mythe kwam hierna het Zilveren Tijdperk, waarin men ook heel gelukkig was, maar wel het land moest bewerken (agrarische scène). In de loop van de geschiedenis verzandde men vervolgens in Bronzen en IJzeren Tijdperk van oorlog en verderf. Hierna hoopte men weer op een nieuw Gouden Tijdperk.

grafkunst

Graven waren altijd buiten de stad gelegen, meestal aan een uitvalsweg. Graven waren er in alle vormen en maten, zoals een ronde heuvel (tumulus), een huisje of een altaar (zie offer). Een groot familiegraf noemen we een mausoleum. De afbeeldingen op graven, sarcofagen en askisten hebben te maken met het leven van de overledene (zijn/haar portret in een medaillon of als beeld bovenop de kist, een (symbolisch) overzicht van zijn belangrijkste verrichtingen) of het leven na de dood waarop hij hoopt (voor symboliek zie aldaar). Verder komen symbolen van pietas, (zoals offerbenodigdheden), en grafbewakers als leeuwen veel voor.

Gratiën (Gr.: Chariten)

Godinnen van schoonheid en vrolijkheid. Drie schaars geklede schoonheden. Verwant aan Venus.

haardracht

De haardracht van een keizer zegt vaak iets over hoe hij zichzelf zag. Zo is vooral in de tweede eeuw de ‘filosofenbaard’ in de mode geweest, die de wijsheid van de drager moest onderstrepen. Zeer kort haar zonder baard zien we vaak bij de zogenaamde soldatenkeizers in de derde eeuw. De korte lokken van Augustus vielen op officiële portretten altijd op dezelfde, schaarachtige, manier op zijn voorhoofd. Zijn familie en aanhangers volgden deze door hem ingezette trend. Hooggeplaatste vrouwen zijn vaak te zien met ingewikkelde, hoog opgestoken kapsels. Buitenlanders hebben in Romeinse kunst bijna consequent lang haar en een baard. Een volle baard zien we verder bij de genius senatus en bij goden van middelbare leeftijd als Jupiter, Neptunus en Aesculapius. Alexander de Grote (voor veel Romeinse generaals een exemplum)  had weelderig, opspringend blond haar.

hamer

Net als alle smidsgereedschappen attribuut van Vulcanus

Hekate

Griekse godin van de duisternis (onderwereld; zie Pluto), de maan, tovenarij ( bijgeloof) en de driesprong. Haar beeld had drie lichamen of drie hoofden en een mandvormig hoofddeksel. Met fakkels hielp ze Ceres zoeken naar Proserpina.

Hercules (Gr.: Herakles)

Griekse held, verrichter van de beroemde twaalf werken, die later god werd. Koos bewust voor een hard en deugdzaam leven, en inderdaad: veel van zijn twaalf werken (meestal vechten met dieren) resulteerden in een veiliger en prettiger bestaan voor zijn medemens. In wieg doodde hij al twee slangen. Afgebeeld als krachtpatser met leeuwenvel, knots en soms appels (Eén van zijn werken was het bemachtigen van de ‘appels van de Hesperiden’). Teken van kracht en deugd en van het leven na de dood. Hij overwon immers de dood door naar de onderwereld af te dalen om de hellehond Cerberus te gaan halen en heelhuids terug te keren (Zie ook mythologische verhalen)

herderstaferelen (pastorale taferelen)

Het eenvoudige maar tevreden leven dat herders kunnen leiden is symbolisch voor geluk in het algemeen. Indirect kunnen ze eveneens naar geluk verwijzen als voorstelling van het Gouden Tijdperk onder Saturnus. De herder Faustulus voedde Romulus en Remus op. Herders hebben meestal een herdersstaf bij zich.

hoofd

Een ‘los hoofd’ is meestal een masker.

hoorn

Een losse hoorn kan een muziekinstrument zijn of een drinkbeker (zie ook Laren). Een mensfiguur met ramshoorns aan zijn hoofd identificeert zich met Jupiter.

hoorn des overvloeds

Cornucopia: hoornvormige schelp vol met vruchten; in het algemeen teken van vruchtbaarheid en welvaart, en als zodanig attribuut van de genius populi Romani, van Pluto, van Laren en van vele personificaties.

houdingen en gebaren

Enkele voorbeelden:

Isis

Van oorsprong Egyptische godin van van alles en nog wat (o.a. vruchtbaarheid, scheepvaart, leven en de maan). Afwisselend te herkennen aan hoorns op haar hoofd met een zonneschijf ertussen, een troonvormig hoofddeksel of haar zoontje Horus zogend. Opvallend attribuut: sistrum. Isis is één van de uitheemse goden die in de laatste eeuwen v.C. immens populair werden in Rome, maar door de traditionele Romein als bijgeloof werden veroordeeld.

jacht

Een jachtscène is, behalve een stukje vermaak, te interpreteren als een oefening in en tonen van virtus.

Janus

God van de twee gezichten, aan beide kanten van het hoofd één, en als zodanig god van het begin (vergelijk ‘januari’) en het eind, of van het vrede.

Jupiter (Gr.: Zeus)

Oppergod, hemelgod, (on)weergod, ‘ vader van goden en mensen’ soms Optimus Maximus (‘de beste en de grootste’) genoemd: man van middelbare leeftijd met voorname baard, vaak zittend op een troon en halfnaakt (kleed om onderlijf en rug) afgebeeld, met bliksemschicht, scepter of lauwerkrans; dierlijke attributen: adelaar, ram of ramshoorns, geit of geitevel (aegis;hij was opgevoed door een geit); plant: eik. Aan hem (samen met Juno en Minerva) was de grootste en oudste tempel van Rome gewijd (op het Capitool). Let op: keizers laten zich vaak als Jupiter afbeelden (met hun eigen gelaatstrekken) en verlenen zichzelf zo een goddelijke status.

Juno (Gr.: Hera)

Vrouw van Jupiter, godin van huwelijk en geboorte. Afgebeeld als een Romeinse matrona (‘vrouw des huizes’), vaak op een troon, met scepter of schaal; dier: pauw (met zoveel ‘ogen’ in zijn staart als Juno nodig had om haar man Jupiter in de gaten te houden). Haar belangrijkste tempel in Rome lag naast de munt, vandaar de bijnaam Iuno Moneta (‘Juno van de Muntslag’).

kan

Een schenkkan wordt gebruikt bij het offer en is het gereedschap van Aurora. Zie ook urn.

kandelaar

Een kandelaar/kandelaber wordt gebruikt bij godsdienstige handelingen (zoals offers) en staat dus voor pietas. Op kunstwerken ontstaat vaak vanuit de kandelaber plantengroei. Een zevenarmige kandelaar (Menora) is een Joods heilig voorwerp; in 79 n.C. door de Romeinen buitgemaakt.

kinderen

Tenzij het hierbij gaat om een afbeelding van de god Amor/Cupido of eroten, zijn de mogelijke symbolische functies:

kleding

kransen/kronen

kroon

zie kransen/kronen

kruik

zie urn

landschap

Zie herderstafereel of agrarische scène, of gebouw als het een landschap met uitgebreide bebouwing betreft.

Lararium

Huisaltaar/huistempeltje waarin afbeeldingen van Laren, Penaten, de genius van de pater familias en een slang aangebracht waren, waaraan de pater familias bescherming vroeg voor zijn huishouden.

Laren

De beschermgoden van het huis. Een Lar wordt afgebeeld als een dansende jongeman in tunica met halflang haar en eventueel een schaal, een drinkhoorn of een hoorn des overvloeds in de hand. Met de Penaten en de genius van de pater familias vereerd in het Lararium.

lauwerkrans

zie kransen/kronen

lictor

lid van de lijfwacht van een republikeinse magistraten . Heeft de fasces bij zich.

maaltijd

In de grafkunst is de overledene vaak aanliggend aan tafel afgebeeld als symbool van een prettig leven na de dood.

maan

Een (half) maantje vinden we vaak op het hoofd van de maangodinnen Diana en Isis.

maenaden

Vrouwelijke volgelingen van Bacchus. Gekleed in dierenvellen en klimopkransen en met tyrsustaf, muziekinstrumenten of slangen in de hand gaan ze uit hun dak.

Mars (Gr.: Ares)

Bij de Romeinen oorspronkelijk een vruchtbaarheidsgod, maar vooral god van de oorlog (zie virtus) en alle verschrikkingen die daarbij komen kijken. Te herkennen aan een volledige militaire uitrusting, maar soms ook naakt met enkel een helm, schild en speer. Dieren: specht, stier, wolf. Vader van Romulus en Remus (zie stamboom). De belangrijkste tempel van Mars was de tempel van Mars Ultor (‘de wreker’), naar aanleiding van de wraak die Octavianus in de slag bij Philippi (42 v.C.) wist te nemen.

masker

de Grieken en de Romeinen speelden toneel met tragische of komische maskers op (zie toneelscène). Attribuut van de Muzen van treurspel en blijspel. Een heel ander soort maskers waren de realistische dodenmaskers die de Romeinen van hun gestorven voorvaderen (uit de goede oude tijd) bewaarden in kastjes in hun huis en die bij begrafenisrituelen ingezet werden.

mausoleum

Een mausoleum is een groot familiegraf. Een keizerlijk mausoleum kan het belang of de pretenties van de keizerlijke dynastie onder de aandacht brengen.

meander

Het meandermotief (evenals het palmettenmotief; zie planten) is ontleend aan de Griekse vaasschilderkunst en kan een bewuste verwijzing zijn naar de Griekse klassieke of archaïsche stijl.

mens(achtige) figuren

Bij het identificeren en interpreteren van een mens(achtige) figuur op een Romeins kunstwerk kun je kijken naar zaken als kleding, haardracht, attributen (passim) en omgeving.

Mercurius (Gr.: Hermes)

Boodschapper van de goden, jonge god van het reizen (reishoed met vleugels, vleugels aan voeten), handel (caduceus, geldbuidel), dieven en welsprekendheid. Hij begeleidde de ziel van dode mensen naar het leven na de dood. Nota bene: voor zijn Medusa-avontuur mocht de held Perseus Mercurius’ vleugelhoed en -schoenen even lenen.

mes

zie dolk/mes

Minerva (Gr.: Pallas Athena)

Godin van wijsheid, wetenschap, handwerk ( kunst), nijverheid en tactische oorlogvoering (virtus). Te herkennen aan een wapenrusting (helm, speer, schild, aegis); Haar dieren zijn de slang en de uil; haar plant de olijf. Haar cultusbeeld wordt wel Palladium genoemd. Aeneas nam het Trojaanse Palladium (of de Penaten) mee op zijn vlucht naar Italië.

Mithras

Van oorsprong Perzisch zonnegod, immens populair geworden in heel het Romeinse Rijk (vooral onder soldaten), maar door de traditionele Romein waarschijnlijk hoofdschuddend bekeken als een vorm van bijgeloof. Net als zijn collega-zonnegoden Apollo en Sol afgebeeld als hij in de zonnewagen, getrokken door een vierspan en met een stralenkrans om zijn hoofd langs de hemel trekt. Hij draagt altijd een Phrygische muts (zie kleding). In zijn ondergrondse heiligdommen (mithraea) echter vaker te zien bij het verrichten van zijn grootste heldendaad: het doden van de stier van het kwaad. Soms omgeven door een krans van sterrenbeelden.

monsters/fabeldieren

Muzen

De negen godinnen van de kunsten en wetenschapen, voor iedere discipline één, en daarmee gelijk symbolisch voor die discipline. Hun leider was Apollo. Hier volgen hun namen, werkgebieden en (belangrijkste) attributen.

muziekinstrumenten

In het algemeen zijn Muzen en maenaden vaak afgebeeld met muziekinstrumenten

mythologische verhalen

kunnen, afhankelijk van de strekking en de boodschap, naar van alles verwijzen. Op sarcofagen wordt de overwinning van het leven na de dood bijvoorbeeld wel gesymboliseerd door het verhaal over Alcestis, die aanbood in plaats van haar man te sterven, en als beloning voor haar opofferingsgezindheid zelf door Hercules uit de onderwereld werd gered. Als je weet om welk verhaal het gaat dan is de mogelijke symbolische betekenis vaak nog wel te bedenken; als je het verhaal niet herkent, wordt het erg lastig.

naakt

zie kleding

Neptunus

(Gr.: Poseidon), god van de zee en van aardbevingen. Man met baard en één of meer van de volgende attributen: drietand, vissen, scheepsonderdelen. Ook symbool voor militaire zeemacht. Zijn wagen wordt getrokken door Hippocampussen; verder begeleid door Tritonen en zeenimfen (allemaal zeemonsters).

nimfen

Bevallige natuurgodinnetjes. Wonen in bronnen en bossen .

obelisk

Spits, vierzijdig monument, in Egypte aanbeden als verblijfplaats van de zonnegod. Door de Romeinen zijn er verschillende obelisken uit Egypte weggehaald en in Rome neergezet, bijvoorbeeld op de spina van het circus (wagenrennen) of als zonnewijzer, zoals op het Marsveld.

Oceanus

Een oude zeegod zonder opvallende eigenschappen of attributen.

offer(benodigdheden)

Het brengen van een offer aan een god/de goden is een teken van pietas. Verder kan alles wat bij een offer komt kijken pietas symboliseren als het op een kunstwerk voorkomt:

onderwereld

zie Pluto

oorlogsscènes

Scènes van veldtochten, zoals soldaten, legerkampen, belegeringen, toespraak van generaal tot zijn manschappen (adlocutio) etc. onderstrepen allemaal de virtus van de Romeinen en hun aanvoerders. Het kan hierbij gaan om verwijzingen naar een bepaalde historische veldtocht of naar strijd in het algemeen. Een beeld in wapenuitrusting (soms met eremedailles; let ook op de pantserversiering!) of een ruiterstandbeeld belicht vooral de persoonlijke virtus van de generaal of keizer in kwestie. Een militaire parade kan onderdeel uitmaken van grafrituelen. Een strijdtafereel kan tevens de overwinning op de dood en daarmee het leven na de dood symboliseren (in grafkunst).

Parcae (Gr.: Moiren)

De drie schikgodinnen, die het menselijk lot bepalen. Klotho spint de levensdraad, Lachesis meet hem af, Atropos knipt hem door.

passer

Attribuut van de Muze Urania.

Penaten

De beschermgoden van de voorraad en van huis en haard in het algemeen. Zittende figuren met lans. Met de Laren en de genius van de pater familias vereerd in het Lararium. Aeneas bracht de stadspenaten in veiligheid toen hij uit Troje vluchtte.

personificaties

De Romeinen konden ieder abstract of minder abstract begrip voorstellen als een persoon (personificatie). Een personificatie kon vervolgens als een god vereerd of bedankt worden. Er was geen duidelijke scheidslijn tussen personificaties en goden. Personificaties hielden de naam van het begrip dat ze belichaamden. Als de naam erbij staat (bijvoorbeeld op munten) is de identificatie gemakkelijk (opzoeken in een Latijns woordenboek!). Bovendien: is het Latijnse begrip vrouwelijk (meestal eindigend op -a) dan is ook de personificatie een vrouw; een personificatie van een mannelijk begrip is mannelijk. Aan hun attributen zijn ze vaak moeilijk te herkennen doordat veel personificaties (en goden) dezelfde attributen hebben. Vooral de scepter en de hoorn des overvloeds komen erg vaak voor. Een apart soort personificatie vormen de genii (‘beschermengelen’). Hier volgen enkele vaker voorkomende personificaties, grof ingedeeld naar soort en geslacht.

planten

zijn over het algemeen een symbool van vruchtbaarheid en welvaart (of van de seizoenen waarin ze bloeien). In de vorm van slingers (guirlande, festoen) kleden ze vaak feestelijke of plechtige gebeurtenissen van religieuze aard aan (pietas). In het bijzonder te vinden in gebeeldhouwde vorm op offer altaren en graven (als teken van de overwinning van het leven na de dood). In de ornamentiek worden planten vaak gekoppeld aan kandelaars. Zoek de hieronder opgesomde planten desnoods op in een planten-encyclopedie!

ploegen

Door middel van het omploegen van land werden in de vroegste tijd de grenzen van een te stichten stad getrokken. Een ploegende boer is echter meestal niet meer dan agrarische scène.

Pluto/Dis

(Gr.: Hades), god van de dood, heerste samen met zijn vrouw Proserpina (zie Ceres) over de onderwereld. Voorgesteld als man van middelbare leeftijd met baard. Hij had een ‘Hadeskap’ die hem onzichtbaar maakte, en misschien is dat wel de reden dat hij weinig in de kunst voorkomt. De hoorn des overvloeds is zijn attribuut omdat men dacht dat de onderwereld aan de basis stond van de vruchtbaarheid van de aarde (en daarmee van de welvaart). Volgens Griekse verhalen kwam je in de onderwereld door je door de oude veerman Charon de grensrivier de Styx over te laten zetten. Vervolgens werd je veroordeeld tot straf voor je misdaden of beloond voor je goede leven. De uitgang werd bewaakt door de driekoppige hellehond Cerberus.

priester

Romeinse priesters zorgen voor een goede relatie met de goden (pietas) en zijn soms redelijk te herkennen. Een priester in actie (offerend, voortekens bekijkend) draagt zijn toga over het hoofd (capite velato). Een flamen (hogepriester) draagt een apex (hoedje met punt) en soms een laena (zie kleding). De Vestaalse maagden zijn zes kuis geklede vrouwen (Zij moesten het vuur in de tempel van de godin Vesta brandend houden en mochten daarbij op geen enkele manier afgeleid worden door mannen). De XV viri sacris faciundi (priesters van Apollo) hadden één schouder onbedekt. Kijk verder of een figuur de lituus (kromstaf), een offerdier of een andere offerbenodigdheid bij zich heeft. Dan is het al gauw een priester.

Proserpina (Gr.: Persefone)

Dochter van Ceres, werd door Pluto naar de onderwereld meegeroofd en is sindsdien steeds de helft van het jaar koningin van de onderwereld (het is dan herfst/winter) en de andere helft bovengronds (dan is het lente/zomer). Symbool van vruchtbaarheid, van de wisseling der seizoenen en van het leven na de dood.

riviergoden

rivieren worden gepersonifieerd door oude mannen met baard en soms een rietkrans op het hoofd, die achteroverliggen, vaak tegen een leeglopende urn aan.

Romulus en Remus

De legendarische stichters van Rome. De tweeling werd geboren uit een slippertje van de god Mars met Rhea Silvia (zie stamboom). Aangezien Rhea Silvia een Vestaalse maagd was (zie priesters) waren ze ongewenst en werden ze te vondeling gelegd in de rivier de Tiber. Het mandje bleef steken in de wortels van een vijgenboom (ficus ruminalis), waarna de jongens gevonden werden door een wolvin, en grootgebracht door de herder Faustulus. Eenmaal volwassen stichtten zij Rome, zoals blijkens hun wonderbaarlijke redding voorbestemd moest zijn. Eerst waren ze het nog oneens over de plaats, maar de vlucht van de vogels gaf de doorslag ( voorspellingskunst).

Saturnus (Gr.: Kronos)

God van de landbouw en van de tijd. Oude man met baard en sikkel of zeis. Heerste over de aarde tijdens het ‘Gouden Tijdperk’ van welvaart en geluk.

scepter

zie staf/stok

schaal

Een schaal is meestal een patera (offerschaal) en als zodanig attribuut van diverse personificaties en van de Laren. Een schaal op drie poten is een drievoet.

schelp

De gedraaide ‘trompetschelp’ verwijst naar alles wat met de zee te maken en fungeert voor de Tritonen (zeemonsters) ook daadwerkelijk als trompet. De platte kamschelp is het symbool van de ‘uit de zee geboren’ Venus.

schepen/scheepsonderdelen

zijn symbolen van de zee als machtsbasis, als oorlogsterrein ( zeeslag) of als handelsweg (aldus zorgend voor handel en welvaart, met name wat betreft de graanvoorziening). Het gaat om afbeeldingen van volledige schepen of (vaker) om afbeeldingen van onderdelen zoals: sneb/ram (rostrum), voorsteven, waaiervormige kam achterop, roeispaan, roer (lijkt op roeispaan, maar groter) en anker. Op een schip werd het beeld van Cybele naar Rome gehaald. Het roer bepaalt ‘welke kant het opgaat’ en is zo symbool van het lot en attribuut van de personificatie Fortuna.

schild

Een schild wordt, behalve als wapen voor de gewone soldaat, vaak gebruikt als attribuut voor verschillende goden (Mars, Minerva) en personificaties (Victoria, Roma). Als er een inscriptie op staat met o.a. de termen virtus, clementia, iustitia en pietas, dan gaat het om de clipeus virtutis (cl.v.; ‘schild van de deugd’); dit schild was een kado van de senaat aan Octavianus bij zijn uitroeping tot Augustus; de vier termen zijn deugden (resp. dapperheid , zachtzinnigheid, rechtvaardigheid en plichtsbesef) die Augustus probeerde na te leven en te propageren.

schrijfmateriaal

hoort bij de Muzen Calliope en Urania.

Sibylle, Sibyllijnse Boeken

De Sibyllijnse Boeken waren een collectie spreuken die ooit door de Sibylle (waarzegster) van Cumae aan de Romeinse koning Tarquinius Superbus verkocht waren. De spreuken werden door een speciaal priestercollege geraadpleegd als er voortekenen geïnterpreteerd moesten worden. Een instrument in de voorspellingskunst dus.

Seizoensgoden

Personificaties van de vier seizoenen: vier jongemannen, al dan niet met vleugels, die karakteristieke attributen uit de landbouw of de jacht bij zich hebben. Zo heeft de Lente bloemen bij zich, de Zomer graan of een sikkel.

sikkel

Krom mes om graan mee te oogsten. Attribuut van Ceres, Saturnus en een seizoensgod.

smid

zie Vulcanus

Sol (Invictus)(Gr.: Helios)

‘De onoverwinnelijke zon’, zonnegod (naast Apollo) met stralenkrans om zijn hoofd en langs de hemel rijdend in zijn zonnewagen getrokken door paarden. Van oorsprong Syrische importgod.

soldaten

zie oorlogstaferelen

staf/stok

standaard

Een schaal op drie poten is een drievoet. Enkelvoudig: kandelaar. Voor legioenstandaard zie veldteken. Standaard behangen met wapens: trofee. Zie eventueel ook staf/stok.

standbeeld

Met het opstellen van een standbeeld van een god toont een Romein zijn pietas. Een standbeeld van een grote voorouder getuigt van eerbied voor de exempla van het verleden. Als het een beeld van hemzelf is, is hij erg overtuigd van zichzelf en gaat het om zelfverheerlijking.

ster

De vorm waarin een sterveling ten hemel kan stijgen, d.w.z. vergoddelijkt kan worden. Met name gebruikt voor de vergoddelijking van Julius Caesar (sidus Iulium, ‘komeet van Julius’)

sterrenbeeld

Iemands sterrenbeeld duidt op het feit dat de persoon in kwestie geboren (voorbestemd) is om een bepaalde daad te verrichten of om een bepaalde positie te bereiken. Die daad of positie is dan vaak (gesymboliseerd of niet) in combinatie met het sterrenbeeld te zien. Keizer Tiberius was bijvoorbeeld geboren in het sterrenbeeld Schorpioen. Augustus, geboren op 23 september 63 v.C., lijkt meer waarde gehecht te hebben aan het moment van zijn verwekking (16 januari: sterrenbeeld steenbok; zie monsters). Mithras wordt soms afgebeeld omgeven door een krans van sterrenbeelden.

stijl

Ook de stijl van een kunstwerk kan helpen een boodschap over te brengen. Romeinse kunst is van oorsprong nogal boers en onbeholpen, maar ook eerlijk (vandaar de termen 'plebeïsche kunst' en 'verisme'). Zo is men geneigd groepen mensen die achter elkaar staan, boven elkaar af te beelden. Portetten zijn meestal niet mooier gemaakt dan de afgebeelde persoon was (rimpels e.d. eerder benadrukt). Ook toen de Romeinen onder invloed van de Grieken de beschikking hadden over een meer gevarieerde en ontwikkelde stijl, koos men soms bewust voor deze oud-Romeinse stijl om te herinneren aan de eenvoud van de goede oude tijd. Een kunstenaar kon echter bewust een stijl uit de Griekse beeldhouwkunst kiezen om op die manier een bepaalde opvatting te onderstrepen: Hier vind je een paar plaatjes die de verschillen tussen de stijlen illustreren.

stoel

stralen

vormen meestal een stralenkrans

Terra/Tellus

Godin/personificatie van de aarde; vrouw omringd door symbolen vruchtbaarheid als kinderen en planten.

tempel

zie gebouw

toga

zie kleding

toneelscènes

Een tafereel uit het theater duidt op de vrijgevigheid die nodig is om zo’n evenementen te organiseren.

triomftocht

Na een militaire overwinning trok een generaal/de keizer gekleed in purperen toga op een wagen getrokken door een vierspan door Rome, voorafgegaan door marcherende en trompetterende soldaten (zonder wapens, dat mocht namelijk niet binnen Rome), senatoren, offerdieren, krijgsgevangenen, buit en borden (met strijdscènes of veroverde gebieden nageschilderd). De tocht eindigde op het Capitool, waar de triomfator in de tempel van Jupiter offers bracht. Een afbeelding van zo’n triomftocht belicht de virtus van de aanvoerder en zijn leger. In de keizertijd mocht alleen de keizer zelf nog een triomftocht houden, of hij nu zelf het bevel over de succesvolle veldtocht gevoerd had of niet.

triomfboog, triomfzuil

Naar aanleiding van militaire successen werden vaak triomfbogen of triomzuilen opgericht, versierd met oorlogsscènes, Victoriae (zie personificaties) e.d. Een afbeelding van zo’n boog of zuil, bijvoorbeeld op een munt, symboliseert hetzelfde als waarvoor de boog of zuil gebouw is: de virtus van de aanvoerder/keizer en zijn leger.

troon

zie stoel

urn/kruik

Bevat de as van een overledene; zie begrafensirituelen. Een gekantelde en leeglopende urn is het symbool van water of het attribuut van een riviergod.

veldteken

Een veldteken (legioensstandaard) was een stok voorzien van medailles (phalerae) en andere symbolische afbeeldingen, in het bijzonder een adelaar (met soms een bliksem) ten teken van de goedkeuring die de goden blijkens voortekenen ( voorspellingskunst) gegeven hadden aan de militaire onderneming. Samen met het vaandel (vexillum) was het veldteken de mascotte van een legioen: het was zeer pijnlijk als hij verloren ging en zeer eervol als hij terugveroverd werd. Symbolische voor de virtus van het Romeinse leger.

Venus (Gr.: Afrodite)

Godin van liefde, schoonheid en vruchtbaarheid. Mooie, schaars geklede vrouw; soms met een appel, verwijzend naar het oordeel van Paris, door wie zij werd verkozen tot mooiste godin; soms met een helm (van haar minnaar Mars; de liefde heeft dan de oorlog beëindigd: vrede). Venus zou uit de zee geboren zijn; daarom zijn vissen en (platte) kamschelpen haar attributen. Haar wagen kan getrokken worden door duiven of zwanen. Vaak in gezelschap van haar zoontje Amor/Cupido. Moeder van Aeneas en grootmoeder van Julus en als zodanig stammoeder (bijnaam: genetrix) van het geslacht van Julius Caesar en zijn adoptiefzoon Octavianus/Augustus (zie stamboom). Zo was zij tevens het symbool voor de afstamming die hun hoge positie moest rechtvaardigen.

Vesta (Gr.: Hestia)

Godin van huis en haard ( gezin). Op het Forum in Rome had zij een tempel waarin een heilig vuur brandend werd gehouden door de Vestaalse maagden (zie priester); dit vuur beschermde Rome.

vleugels

duiden over het algemeen op goddelijkheid of snelheid. Kun je onder andere tegenkomen bij de personificaties Aeternitas en Victoria, bij Aurora, Amor/Cupido, eroten, de hoed en de schoenen van Mercurius, windgoden, seizoensgoden en natuurlijk bij het gevleugelde paard Pegasus (zie monsters).

vogels

Vogels speelden een belangrijke rol in de voorspellingskunst: de manier waarop vogels vlogen en pikten werd beschouwd als een goddelijk voorteken. Een vogel kan verder het symbool van de lucht zijn, of de begeleider van de ziel naar het leven na de dood.

vrouw

Vrouwen speelden nauwelijks een rol in het openbare leven (althans niet voor de schermen). Als ze afgebeeld worden in de kunst gaat het dan ook vaak om een verwijzing naar de waarde van huwelijk en gezin of van de keizerlijke dynastie. Of het moet gaan om een priesteres of een godin.

vruchten

symbolen van vruchtbaarheid; soms in een hoorn des overvloeds; soms gebruikt als offer. De appel is speciaal het attribuut van Venus, druiven van Bacchus

Vulcanus (Gr.: Hefaistos)

god van het vuur, het smeden en andere ambachten ( kunst). Afgebeeld als kreupele smid, met alle gereedschappen van dien (en kruk). Maar kon net zo goed ingezet worden als symbool van een goed functionerende brandweer.

wagen

Een wagen wordt meestal getrokken door (vier) paarden (bij een triomftocht, bij de wagenrennen, bij de vergoddelijking van een keizer, als wagen van de zonnegod Apollo, Sol of Mithras) maar soms ook door andere dieren, die karakteristiek zijn voor de god die in dat geval vervoerd wordt. Zo wordt Neptunus getrokken door Hippocampussen (zie monsters), Cybele door leeuwen, Bacchus door panters etc..

wagenrennen

Een impressie van de wagenrennen in het circus duiden op de vrijgevigheid die nodig is om dit soort evenementen te organiseren. Vaak is de spina te zien, de verhoging, vol met obelisken en andere monumenten, waar de wagens omheen moesten. Zie ook doek.

wapens

Afbeeldingen van losse wapens, schilden en pantsers en ondersteunende zaken als krijgstrompetten en veldtekens (legioenstandaard) verwijzen, of ze nu Romeins zijn of buitenlands naar de virtus, de militaire kwaliteiten van de Romeinen, die die van het buitenland natuurlijk overtreffen. Na een overwinning hingen de Romeinen buitgemaakte wapens op aan een standaard: een trofee (tropaeum). Iets typisch buitenlands (Gallisch) dat daarop vaak te zien is, is de krijgstrompet in de vorm van een dierenkop. Voor de mogelijke speciale betekenissen van schild, zwaard en dolk zie aldaar. Verschillende goden kunnen wapens bij zich hebben: Apollo, Diana en Amor een pijl en boog, Mars, Minerva en personificaties Virtus en Roma een min of meer volledige wapenuitrusting. Venus of eroten hebben soms wapens bij zich ten teken dat de liefde het gewonnen heeft van de strijd en er dus vrede is. Penaten hebben vaak een lans bij zich. Een ruwe knots is het wapen van Hercules.

windgoden

Gevleugelde mannen, vier of acht verschillende, voor elke windstreek één. Met toepasselijke attributen. Zephyrus, de milde Westenwind, laat bijvoorbeeld bloemen uit zijn kleed vallen, Notus, de vochtige Zuidenwind, draagt een kruik en Boreas, de koude Noordenwind is warm gekleed en blaast op een trompetschelp.

zonnewijzer

Op de ‘wijzerplaat’ van een zonnewijzer konden markeringen aangebracht zijn die verwezen naar belangrijke momenten in een jaar. Zo bouwde Augustus in Rome een gigantische zonnewijzer (horologium) met een obelisk als naald, en gaf zijn verwekkings- en geboortedatum aan om aan te geven dat hij voorbestemd was om de top te bereiken.

zwaard

Behalve een normaal wapen is het zwaard een teken van strijdbaarheid. Personificaties van gevaarlijke buitenlanders, werden dan ook soms met een zwaard afgebeeld; onderworpen volkeren daarentegen met een lege zwaardschede. De personificatie Iustitia heeft vaak een zwaard bij zich, aangezien zij niet alleen rechtvaardig is, maar ook streng.